Operation Manual
Werken met het Notebook
18 10600402694
Volgende afbeelding geeft aan hoe u toetsen met verschillende tekens dient te gebruiken. Het
voorbeeld is van toepassing als de indicator CapsLK niet brandt.
Example from a German keyboard
7
/
{
7
7
/
{
7
Fn
Num
7
/
{
7
7
/
{
7
Alt Gr
7
/
{
7
Correctietoets (Backspace)
Met de correctietoets wordt het teken links van de cursor gewist.
Tabulatortoets
De tabulatortoets verplaatst de cursor naar de volgende tabulatorstop.
Invoertoets (Return, Enter, regelsprong, wagenterugloop)
De invoertoets sluit een commandoregel af. Als u op de invoertoets drukt, wordt het
ingegeven commando uitgevoerd.
Hoofdlettertoets (Caps Lock)
De hoofdlettertoets schakelt de hoofdlettermodus in (indicator CapsLK brandt). In de
hoofdlettermodus worden alle letters als hoofdletters gebruikt. Bij een toets met
verschillende functies wordt het teken links bovenaan gebruikt.
U kunt de hoofdlettermodus weer uitschakelen met de omschakeltoets.
Omschakeltoets (Shift)
Met de omschakeltoets kunnen hoofdletters worden getypt. Bij een toets met
verschillende functies wordt het teken links bovenaan gebruikt.
Alt Gr
Toets Alt Gr
Met de toets Alt Gr kan u tekens gebruiken die rechts onderaan op de toets staan
(b.v. { bij toets 7 op het Duitse toetsenbord)
Fn
Toets Fn
De toets Fn activeert de aangegeven speciale functie op een toets met meerdere
functies (zie "Virtuele cijfertoetsen").
Bij een extern toetsenbord moet u in plaats van de toets Fn de toetsen
Ctrl + Alt Gr of de toetsen Ctrl + Alt gelijktijdig indrukken.