Operation Manual
48
Gevoeligheid
Gevoeligheid
Met “gevoeligheid” wordt de gevoeligheid van de camera voor licht bedoeld. Kies een waarde tussen
L (100) (ISO 100) en H (25600) (ISO 25600). Om bewegingsonscherpte bij weinig licht te voorkomen,
kan een hogere waarde worden gebruikt. Bij een lagere waarde kan een kortere sluitertijd of een groter
diafragma in fel licht worden gebruikt. Let op. In foto's die met hoge gevoeligheid zijn gemaakt, kunnen
spikkels voorkomen, met name bij H (25600). L (100) vermindert het dynamisch bereik. Waarden van ISO
200 t/m ISO 6400 zijn aan te bevelen in de meeste situaties. Als een optie AUTO is geselecteerd, past de
camera automatisch de gevoeligheid aan in reactie op de opnameomstandigheden; de waarde tussen
haakjes is de maximale gevoeligheid die wordt geselecteerd wanneer het onderwerp slecht is belicht.
1
Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te ge-
ven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om
N ISO en druk
op MENU/OK.
R Standaard kunnen de ISO-opties ook worden weergegeven met de Fn-knop.
F
3
:
2
200
P
OPNAMESTANDEN
UIT
VERLATEN
BEELDGROOTTE
BEELDKWALITEIT
DYNAMISCH BEREIK
ISO
FILMSIMULATIE
FILMSIMULATIE BKT
ZELFONTSPANNER
2
Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te
markeren en druk op MENU/OK om te selecteren.
P
2000 F5.6 200
OPNAMESTANDEN
F
3
:
2
ISO
200
UIT
P
UIT
F
320
400
500
250
L
(
100
)
AUTO
(
400
)
200
R De gevoeligheid wordt niet gereset wanneer de camera wordt uitgezet.
R L (100) wordt teruggezet naar ISO 200 en H (12800) en H (25600) worden teruggezet naar ISO 6400 wanneer
RAW, FINE+RAW of NORMAL+RAW is geselecteerd voor beeldkwaliteit (P 53, 67). Voor meer informatie over de
instellingen die beschikbaar zijn voor L (100), H (12800) en H (25600), zie pagina 116.










