Operation Manual
26
Diafragma AE (A)
Diafragma AE (A)
Draai de instelschijf van de sluiter naar A en gebruik de diafragma-
ring om het diafragma handmatig in te stellen en de camera de
sluitertijd in te laten stellen voor een optimale belichting. A ver-
schijnt in het scherm.
Q Indien het met het gekozen diafragma niet mogelijk is om tot een
goede belichting te komen, dan wordt de sluitertijd rood weergegeven
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Pas het diafragma aan
totdat een goede belichting is verkregen.
Q Als het onderwerp zich buiten het bereik van de belichtingsmeter van
de camera bevindt, wordt de sluitertijd weergegeven als “– – –”.
Q De traagst mogelijke sluitertijd wanneer AAN geselecteerd is voor U
OZ E.BESP is
/
sec. (P 81).
16 11 8 5.6 4 2.3
A
200
F5.62000
A
A
2000 F5.6 200
De optische zoeker EVF/LCD
Scherptediepte
Scherptediepte
De diafragmaring kan voorafgaand aan het fotograferen worden gebruikt om het
diafragma aan te passen. Kies een lage f-waarde om achtergronddetails zachter te
maken. Dit e ect kan worden versterkt door de afstand tussen het onderwerp en de
achtergrond te vergroten.
16 11 8 5.6 4 2.3
A
Voorbeeld scherptediepte
Voorbeeld scherptediepte
Indien L VOORB DIEPTESCH is geselecteerd voor F FUNCTIET (P 50) in het
opnamemenu, dan heeft het indrukken van de Fn-knop tot gevolg dat het diafragma
wordt verkleind tot de ingestelde waarde, waardoor de scherptediepte als voorbeeld in
de elektronische zoeker of het LCD-scherm kan worden bekeken.










