Operation Manual

3
Voordat u begint
Delen van de camera
36 Q (snelmenu)-knop ............................................5
37 MENU/OK-knop .................................................4
38 Selectieknop .......................................................4
39 DISP (display)/BACK-knop ..............................21
o (stille stand)-knop .....................................30
40 AF (autofocus)-knop ...................................46, 47
b (verwijderen)-knop .....................................56
41 AE (automatische belichting)-knop ..................49
n (afspelen uitzoomen)-knop ..................57, 58
42 DRIVE-knop .....................................................34
k (afspelen inzoomen)-knop ...................57, 58
43 Lens dioptrieregelaar ....................................6, 98
32 VIEW MODE-knop............................................19
33 Indicatorlamp (zie hieronder)
34 a (afspeel)-knop ...........................................56
35 AFL/AEL (scherpstelvergrendeling/belichting)-
knop ...........................................................43, 45
De indicatorlamp
De indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt weer:
De indicatorlamp
De indicatorlamp
Status van de camera
Status van de camera
Brandt groen
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Knippert groen
Knippert groen
Waarschuwing voor bewegingsonscherpte, scherpstelling of belichting.
De foto kan worden gemaakt.
Knippert groen en
Knippert groen en
oranje
oranje
Bezig met een opname. Er kunnen extra fotos worden gemaakt.
Brandt oranje
Brandt oranje
Bezig met een opname. Er kunnen momenteel geen extra fotos worden
gemaakt.
Knippert rood
Knippert rood Lens of geheugenfout.
De indicatorlamp
R
R
Waarschuwingen kunnen tevens in de weergave verschijnen (
Waarschuwingen kunnen tevens in de weergave verschijnen (
P
P
106).
106).