Operation Manual
103
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen
Opname
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
Er wordt geen foto
Er wordt geen foto
gemaakt wanneer de ont-
gemaakt wanneer de ont-
spanknop wordt ingedrukt.
spanknop wordt ingedrukt.
•
•
Het geheugen is vol
Het geheugen is vol
: Plaats een nieuwe geheugenkaart of maak ruimte door foto's te wissen (
: Plaats een nieuwe geheugenkaart of maak ruimte door foto's te wissen (
P
P
14, 65).
14, 65).
•
•
Het geheugen is niet geformatteerd
Het geheugen is niet geformatteerd
: Formatteer de geheugenkaart (
: Formatteer de geheugenkaart (
P
P
83).
83).
•
•
Er zit vuil op de contacten van de geheugenkaart
Er zit vuil op de contacten van de geheugenkaart
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
•
•
De geheugenkaart is beschadigd
De geheugenkaart is beschadigd
: Plaats een nieuwe geheugenkaart (
: Plaats een nieuwe geheugenkaart (
P
P
14).
14).
•
•
De batterij is leeg
De batterij is leeg
: Laad de batterij op (
: Laad de batterij op (
P
P
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P
13).
13).
•
•
De camera werd automatisch uitgeschakeld
De camera werd automatisch uitgeschakeld
: Zet de camera aan (
: Zet de camera aan (
P
P
17).
17).
•
•
De indicatorlamp was oranje toen u een panoramafoto probeerde te maken
De indicatorlamp was oranje toen u een panoramafoto probeerde te maken
: Wacht tot de indicatorlamp uitscha-
: Wacht tot de indicatorlamp uitscha-
kelt (
kelt (
P
P
3).
3).
Spikkels (“beeldruis”) ver-
Spikkels (“beeldruis”) ver-
schijnen in het scherm of
schijnen in het scherm of
in de elektronische zoeker
in de elektronische zoeker
wanneer de ontspanknop
wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
half wordt ingedrukt.
De gain wordt verhoogd om de compositie te ondersteunen als het onderwerp slecht is belicht en het diafrag-
De gain wordt verhoogd om de compositie te ondersteunen als het onderwerp slecht is belicht en het diafrag-
ma wordt verkleind, wat kan leiden tot opvallende spikkels bij het bekijken van de foto’s op het scherm. Foto’s
ma wordt verkleind, wat kan leiden tot opvallende spikkels bij het bekijken van de foto’s op het scherm. Foto’s
die gemaakt worden met de camera blijven onaangetast.
die gemaakt worden met de camera blijven onaangetast.
De camera stelt niet
De camera stelt niet
scherp.
scherp.
•
•
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
: Selecteer macrostand (
: Selecteer macrostand (
P
P
31).
31).
•
•
Het onderwerp is te ver van de camera verwijderd
Het onderwerp is te ver van de camera verwijderd
: Annuleer macrostand (
: Annuleer macrostand (
P
P
31).
31).
•
•
Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling
Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling
: Gebruik scherpstelvergrendeling (
: Gebruik scherpstelvergrendeling (
P
P
43) of
43) of
handmatige scherpstelling (
handmatige scherpstelling (
P
P
45).
45).
De itser itst niet.
De itser itst niet.
•
•
De itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen
De itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen
: Zie de instellingenlijst die met de fl itser kan
: Zie de instellingenlijst die met de fl itser kan
worden gebruikt (
worden gebruikt (
P
P
54).
54).
•
•
De itser is uitgeschakeld (
De itser is uitgeschakeld (
P
P
)
)
: Kies een andere fl itsstand (
: Kies een andere fl itsstand (
P
P
54).
54).
•
•
De batterij is leeg
De batterij is leeg
: Laad de batterij op (
: Laad de batterij op (
P
P
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P
13).
13).
•
•
De camera bevindt zich in de continustand
De camera bevindt zich in de continustand
: Selecteer een andere drivestand (
: Selecteer een andere drivestand (
P
P
34).
34).
•
•
De camera bevindt zich in de stille stand
De camera bevindt zich in de stille stand
:
:
Schakel de stille stand uit (
Schakel de stille stand uit (
P
P
30, 80).
30, 80).
Sommige itsstanden zijn
Sommige itsstanden zijn
niet beschikbaar.
niet beschikbaar.
De camera bevindt zich in de stille stand. Schakel de stille stand uit (
De camera bevindt zich in de stille stand. Schakel de stille stand uit (
P
P
30, 80).
30, 80).










