Operation Manual
89
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
J
J
AE BKT EV-STAPPEN [±⁄
AE BKT EV-STAPPEN [±⁄
]
]
Hiermee bepaalt u de intervalwaarde voor de
belichtingstrap wanneer de stand O (AE BKT.) als
continustand is geselecteerd (P 45).
U heeft keuze uit ±
1
/
3 EV, ±
2
/
3 EV en ±1 EV (de camera
is mogelijk niet in staat de geselecteerde bracke-
tingstappen te gebruiken wanneer de hoeveel-
heid over- of onderbelichting de grenzen van het
belichtingsmeetsysteem overschrijdt).
I
I
FLITSLICHT [±0]
FLITSLICHT [±0]
Om de lichtsterkte van de itser in te stellen. Kies
uit waarden tussen +
2
/
3 EV en –
2
/
3 EV. De standaard
instelling is ±0. Hierbij moet worden opgemerkt dat
de resultaten in grote mate afhankelijk zijn van de
heersende omstandigheden en de afstand tot het
onderwerp.
g
g
EXTERNE FLITSER [UIT]
EXTERNE FLITSER [UIT]
Kies AAN wanneer u een optionele itser gebruikt
(behalve Fuji lm-producten) die op de camera-
schoen worden geplaatst.
c
• Bij snelheden hoger dan
1
/
1000 s belicht het itslicht het
onderwerp mogelijk niet volledig.
• Gebruik automatische of persoonlijke witbalans (P 52).
• Als de ingebouwde itser uitgeklapt is terwijl AAN ge-
selecteerd is voor g EXTERNE FLITSER, zal de inge-
bouwde itser één keer itsen om een signaal over te
brengen dat de optionele itser activeert.
• Externe asheenheden kunnen worden gebruikt in de
modi P, S, A, M of O (alleen S en T).
• Voor externe itsers van Fuji lm is deze instelling niet
vereist.
a
• De camera kan gebruikt worden met itsers die zorgen
voor aanpassing van de lensopening, externe meting
en gevoeligheidscontrole. Sommige itsers die speciaal
ontworpen werden voor andere camera’s kunnen niet
gebruikt worden.
• Voor meer informatie over externe itsers van Fuji lm,
raadpleeg Accessoires van FUJIFILM (P 108).