Operation Manual

10. Instellen luchtuitblaasrichting
G
ebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de verticale uitblaasrichting. Met behulp van
de SET toets kan een op- en neergaande luchtstroom worden geregeld. De horizontale luchtstroom
van links naar rechts kan worden geregeld door de lamellen met de hand te verstellen.
Verticale verstelling luchtuitblaasrichting
Druk op de SET-toets. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt, verandert de richting als volgt:
Luchtrichting en functie:
1, 2, 3, 4, 5, 6 bij koelen, ontvochtigen en verwarmen.
De functie weergave op de display van
de afstandsbediening zal niet veranderen.
Gebruik de aangegeven luchtuitblaasrichtingen
die in de afbeelding zijn aangegeven.
De verticale luchtuitblaasrichting wordt automatisch
ingesteld, afhankelijk van de ingestelde functie:
Tijdens koelen en ontvochtigen: Horizontale richting 1
Tijdens verwarmen: Neerwaartse richting 6.
De auto-functie kan tijdens de eerste minuut van de werking niet versteld worden, de stand in de
eerste minuut is horizontaal 1.
De luchtrichting zal tijdelijk 1 zijn als de temperatuur van de luchtstroom aan het begin van de
verwarmingsfunctie te laag is.
Horizontale verstelling luchtuitblaasrichting
Plaats de links-rechts lamellen in de door u gewenste positie.
Zorg dat de verticale lamellen (Op/Neer) volkomen stilstaan, voordat u de Links/Rechts lamellen
verstelt.
GEVAAR!
Steek geen voorwerpen of vingers tussen de lamellen. De ventilator kan op hoge snelheid draaien
en lichamelijk letsel veroorzaken.
Zet de airconditioner niet aan wanneer de verticale of horizontale lamellen geblokkeerd zijn.
Gebruik altijd de afstandsbediening om de luchtrichting te verstellen voor de op- en neerwaartse
beweging. Handmatig verstellen van de lamel kan problemen opleveren. Als dit gebeurt, herstart
dan de airconditioner zodat de lamel zijn oorspronkelijke stand weer inneemt.
Tijdens de koel- en ontvochtigingsfunctie mogen de verticale lamellen niet buiten hun instelgebied
1-3 bewogen worden. Gebruik van de stand 4-6 bij koelen en ontvochtigen kan resulteren in
condens dat via de lamellen uit de airconditioner zal druppelen. Als de lamel tijdens de koel-
en ontvochtigingsfunctie voor meer dan 30 minuten buiten de stand 1-3 staat, dan gaat deze
automatisch terug naar 3.
Als in de gekoelde ruimte kinderen, ouderen of zieke personen aanwezig zijn, dienen de ruimte-
temperatuur en de uitblaasrichting zorgvuldig te worden afgesteld.
15
1
2
3
4
5
6
knoppen (2 plaatsen)
links-rechts lamellen
knop