Operation Manual
4-5
Hebt u vragen? Zie pag. 10-10 voor instructies voor technische hulp.
Wat u op het afleesvenster ziet Wat u doet Opmerkingen
1. Herhaal de stappen 1 tot en met
6 uit de vorige procedure voor
glucosecontroletests. Steek de paarse
bloed-β-ketonenteststrip in de
teststrippoort tot dit niet verder gaat en
Strip ingevoerd wordt weergegeven.
De meter herkent de strip op basis van de
streepjescode.
Controleer voordat de teststrip wordt
ingebracht of de poortbeschermer op
zijn plaats zit en deze schoon en droog is.
Vervang de poortbeschermer zo nodig. In
het afleesvenster wordt Strip invoeren
afgewisseld met Keton.
2. Draai het benodigde flesje
controleoplossing voorzichtig 3 à 4
keer om. Haal de dop van het flesje
controleoplossing en veeg de tuit af met
een schoon gaasje of doekje. Breng een
druppeltje oplossing aan op het testvlak
van de teststrip en zorg ervoor dat het
testvlak geheel gevuld raakt. Veeg de tuit
van het flesje controleoplossing af voordat
u de dop weer op het flesje doet.
Wanneer voldoende bloed is aangebracht,
piept de meter, wordt Monster goed
weergegeven en wordt de test automatisch
gestart. Raadpleeg het gedeelte Teststrips
in hoofdstuk 1 voor een gedetailleerde
beschrijving van het testvlak van de
teststrip.
3. Wacht tot de meter het monster
geanalyseerd heeft en het testresultaat
weergeeft.
De meter telt af en geeft dan het testresultaat
weer. Als er tijdens de test een fout wordt
geconstateerd, dan wordt de test beëindigd
en wordt geen resultaat weergegeven. Vanaf
het begin van de test reageren de toetsen
niet meer op indrukken, tot de test voltooid
is.
4. Lees het testresultaat af en kijk of dit
binnen het aanvaardbare bereik valt.
Scan indien nodig de commentaarcode of
voer deze handmatig in en druk op Enter.
Als er niet om een commentaarcode wordt
gevraagd, ga dan verder met stap 5.
Controletestresultaten kunnen numeriek
of als OK/Fout worden weergegeven,
afhankelijk van hoe de test is ingesteld.
Er verschijnt een ‘X’ vóór numerieke
testresultaten die buiten het bereik liggen.
De meter kan ingesteld zijn op het scannen
of handmatig invoeren van een 1- of
2-cijferige commentaarcode.
5. U kunt één van onderstaande opties
selecteren:
Druk op 1 - Volgende niveau.
Druk op 2 - Test herhalen.
Druk op Menu om terug te keren naar de
Menu-modus.
Druk op On/Off om de meter uit te zetten.
Haal de teststrip uit de meter wanneer u
klaar bent met testen en voer de strip af.
Houd u aan het beleid voor biologisch
gevaarlijk afval van uw instelling.
Het afleesvenster toont:
Niveau (Laag, Norm., Hoog)
Commentaarcode (getal in vakje)
Testtype (Keton)
Datum en tijd van de test
Operator-ID (o: opdracht)
Let op: datum en tijd van de test en
de operator-ID worden beurtelings
weergegeven.
Als 1 wordt geselecteerd, dan verschijnt
het scherm Controlelot Scannen of
invoeren. Keer terug naar stap 1 om het
Volgende niveau van de controletest uit
te voeren.
Als 2 wordt geselecteerd, dan verschijnt het
scherm Lotnummer strip Scannen of
invoeren. Herhaal de test.
Procedure voor controletests - β-ketonen
Gebruik de volgende procedure om β-ketonencontroletests uit te voeren. Als testen op β-ketonen geactiveerd is, vraagt de meter om een
bloed-β-ketonenteststrip.
NB: In het volgende gedeelte worden enkele representatieve instellingen toegelicht.
Als de meter deze schermen niet weergeeft, raadpleeg dan hoofdstuk 10, Oplossen van problemen.
Hoofdstuk 4: Controletest