Operation Manual

2-1
Hebt u vragen? Zie pag. 10-10 voor instructies voor technische hulp.
De meter gebruiken
Streepjescodescanner
Met de streepjescodescanner kunt u de informatie in de meter inscannen in plaats van de gegevens via het toetsenpaneel
handmatig in te voeren. Door het scannen van de streepjescode op de folieverpakking van de teststrips wordt de
teststripinformatie (kalibratie, controlebereik, lotnummer en vervaldatum) automatisch ingevoerd. De scanner kan ook worden
gebruikt voor het invoeren van de operator-ID, de patiënt-ID, het lotnummer van de controleoplossing, een commentaarcode en
vrije tekst. Bedien de meter als volgt:
Stap 1: Leg de streepjescode op een
vlakke ondergrond.
Stap 2: Houd de
streepjescodescanner op een afstand
van 6 tot 24 cm en onder een hoek
van 30 tot 135 graden van de te
scannen streepjescode.
Stap 3: Druk de Scan-toets in en houd deze ingedrukt tot er een zichtbare rode straal uit
de meter komt.
Stap 4: Verplaats de meter zo nodig langzaam zodat de rode straal zich recht boven de
streepjescode bevindt.
Stap 5: De meter piept ter bevestiging dat de streepjescode geaccepteerd is.
Bij het leren gebruiken van de streepjescodescanner dienen enkele voorzorgsmaatregelen te worden genomen. Het is belangrijk
dat u het te scannen voorwerp op een vlakke ondergrond legt of het vasthoudt. Hierdoor wordt voorkomen dat er per ongeluk
ook andere voorwerpen worden gescand.
Handmatig ingevoerde gegevens worden gewist en vervangen door daarna gescande gegevens, behalve wanneer de handmatige
invoer bevestigd is door het indrukken van de Enter-toets. Deze invoer wordt als gescand beschouwd. Nadat een streepjescode
met succes gescand is, gaat het systeem automatisch door naar het volgende scherm. De scanstraal wordt na drie seconden
uitgeschakeld als er geen streepjescode meer wordt gezien.
Toetsenpaneel voor gegevensinvoer
Met het toetsenpaneel voor gegevensinvoer kunt u identicatienummers en letters (alleen de 26 letters
van het Nederlandse alfabet) invoeren of een optie selecteren die in het aeesvenster verschijnt. Het
toetsenpaneel bevat 10 cijfertoetsen genummerd 0 tot en met 9. Op de toetsen 2 tot en met 9 staan onder
het cijfer ook letters. Het toetsenpaneel bevat verder zes speciale toetsen: de Scan-toets, de On/O-toets
(aan/uit), de achtergrondverlichting/alfanumeriek-toets, de Clear-toets (wissen), de Menu-toets en de
Enter-toets.
Scan
Druk deze toets in om de streepjescodescanner te gebruiken. Als de geluidsindicator geactiveerd is, piept de
meter één keer wanneer een streepjescode met succes gescand is. Door de Scan-toets ingedrukt te houden,
verschijnt de gescande streepjescode in het aeesvenster totdat de toets wordt losgelaten. De scanner wordt
uitgeschakeld als er 3 seconden lang geen informatie wordt gescand.
30 °
135 °
NB: Als u de Scan-toets drie seconden ingedrukt houdt, stopt de scanner. Richt de scanner opnieuw en probeer
nogmaals te scannen. De optimale afstand is afhankelijk van het type streepjescode.
BELANGRIJK: Kijk nooit in de straal van de streepjescodescanner en richt deze ook nooit op
iemands ogen. De straal kan blijvende oogbeschadiging veroorzaken.
CDRH klasse II/IEC klasse 2 laserproduct: vermijd langdurig kijken naar
direct laserlicht.
Hoofdstuk 2: De meter gebruiken