User manual

22 | 23
29. Aandrijfmotor
Schuif het rondsel (67) op de motoras. In één uiteinde van het
tandwieltje zit een diepere uitsparing. Deze zijde moet naar
buiten wijzen. Schroef met een metalen onderlegring en een
schroef het rondsel vast.
Plaats de motor in de uitsparing aan de onderzijde van de
krukkast en schroef hem met drie schroeven vast.
29. Drive motor
Fit the drive gear (67) to the motor shaft. One side of the gear
is recessed; make sure the recess is facing outwards, and
secure using one of the metal washers and a screw.
Insert the motor/gearbox assembly into the hole in the lower
part of the crankcase and secure with three screws.
30. Cilinderkopdeksels
Plaats de bovenste (57) en onderste cilinderkopdeksels (58) en
schroef ze elk met zes schroeven vast.
30. Cylinder head covers
Attach the upper (57) and lower cylinder (58) head covers,
securing each with six screws.
31. Uitlaatspruitstuk
Elk uitlaatspruitstuk bestaat uit twee delen. Monteer de
bovenste (30) en de onderste helft (31) van het
rechterspruitstuk aan elkaar met behulp van vier schroeven.
Schroef het spruitstuk in zijn geheel met drie schroeven vast
aan de onderzijde van de cilinderkop. Herhaal dit voor de
linkerzijde. Gebruik daarbij de onderdelen (28) en (29).
31. Exhaust manifolds
Each exhaust manifold is made up from two parts. Assemble
the upper (30) and lower (31) halves of the right manifold and
secure with four screws. Fit the assembled manifold to the
underside of the cylinder head and secure with three screws.
Repeat for the left hand side, using parts (28) and (29).