Operation Manual

Uitgebreide instellingen & systeeminformatie
87
13.11 Externe communicatieapparaten
13.11.1 GSM-modem
(optioneel)
Voor het geval dat de ingebouwde modem voor uw telefoonaansluiting niet geschikt
is, kunt u de bij FP-Ruys verkrijgbare GSM-modem (een radiomodem) voor de
communicatie met het gegevenscentrum gebruiken.
De GSM-modem installeren. Lees hiervoor
de samen met de GSM-modem geleverde
productinformatie.
De GSM-modem aansluiten op de seriële
interface van de optimail 30.
Lees hiervoor de installatiehandleiding
van de optimail 30.
Verbinding via GSM-modem inrichten
Toets drukken.
In het menu selecteren:
MODEM EN TELEFOONNUMMERS
MODEMPARAMETERS INSTELLEN.
De optimail 30 opent de procedure voor het
configureren van de verbinding met het ge-
gevenscentrum.
Met VERDER doorgaan.
De optimail 30 controleert welke communica-
tieapparaten beschikbaar zijn en biedt deze
voor selectie aan.
GSM-MODEM selecteren.
De PIN voor de SIM-kaart invoeren (ten
minste vier posities, maximaal 8 posities).
De ingevoerde PIN OPSLAAN.
Verbindingskabel
GSM-modem
GSM-modem
PIN invoeren
Opslaan
Modemparameters instellen
Verder
Modem en telefoonnummers