Operation Manual
Uitgebreide instellingen & systeeminformatie
85
13.10 Interne modem
Voor het modem van de optimail 30 moeten de voor uw telefoonaansluiting passende
kiesparameters ingesteld zijn. Bij de eerste inbedrijfstelling is de modemconfiguratie
bestanddeel van de aanmeldprocedure. Na wijzigingen aan uw telefooninstallatie
dient u de instellingen te controleren en indien nodig te corrigeren.
• Toets drukken.
• In het menu selecteren:
MODEM EN TELEFOONNUMMERS
MODEMPARAMETERS INSTELLEN.
De optimail 30 opent de procedure voor het
configureren van de verbinding met het ge-
gevenscentrum.
• Met VERDER doorgaan.
De optimail 30 controleert welke communica-
tieapparaten beschikbaar zijn en biedt deze
voor selectie aan.
• INTERNE MODEM selecteren.
De optimail 30 vraagt na elkaar naar:
– de soort van aansluiting
– de toegangsmethode (buitenlijn) en
– ev. naar het kengetal voor de aansluiting.
• Selecteer de voor uw telefoonaansluiting
geschikte instelling.
• Met VERDER neemt u de weergegeven
instelling over.
Tot slot duidt de optimail 30 de ingestelde
parameters volledig aan.
• Indien de aangeduide modemparameters
correct zijn: OPSLAAN.
De tabel op de volgende pagina toont en
verklaart de mogelijke instellingen.
Interne modem
Aansluiting selecteren
Opslaan
Verder
Modemparameters instellen
Verder
Modem en telefoonnummers