Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- Kort overzicht
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumenten
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- De motor starten
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (cruise control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Nooduitrusting
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Technische specificaties
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Bijlagen

Home safe verlichting
Schakel de verlichting uit en trek de
richtingaanwijzer naar het stuurwiel toe
om de koplampen in te schakelen. Er
klinkt kort een signaal. Bij een geopende
deur gaan de koplampen automatisch na
drie minuten uit, of 30 seconden nadat
de laatste deur is gesloten.
De home safe functie kan worden
uitgeschakeld door hetzij de
richtingaanwijzerhendel opnieuw naar het
stuurwiel te trekken of door het contact
AAN te zetten.
AUTOMATISCH IN- EN
UITSCHAKELENDE
VERLICHTING
WAARSCHUWING
Onder slechte
weersomstandigheden kan het
nodig zijn uw koplampen handmatig
in te schakelen.
E70719
N.B.:
Wanneer u de automatisch
in-/uitschakelende verlichting hebt
ingeschakeld, kunt u alleen het groot licht
inschakelen wanneer de functie de
koplampen heeft ingeschakeld.
Afhankelijk van de lichtsituatie worden de
koplampen automatisch in- en
uitgeschakeld.
De koplampen blijven branden gedurende
een bepaalde periode nadat het contact
is afgezet. De tijdvertraging kan worden
afgesteld met behulp van het
informatiedisplay. Zie Infodisplays
(bladzijde 88).
VOORSTE MISTLAMPEN
E70721
WAARSCHUWING
Gebruik de mislampen alleen
wanneer het zicht ernstig wordt
belemmerd door mist, sneeuw of
regen.
MISTACHTERLICHTEN
E70720
WAARSCHUWINGEN
Gebruik de mistachterlichten alleen
wanneer het zicht minder dan 50
meter bedraagt.
61
Verlichting