Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- Kort overzicht
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumenten
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- De motor starten
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (cruise control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Nooduitrusting
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Technische specificaties
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Bijlagen

5.
Druk op de OK toets om de keuze te
bevestigen.
6. Druk op de linker pijltoets om het
menu te verlaten. Houd de linker
pijltjestoets ingedrukt om direct terug
te keren naar het scherm van de
boordcomputer.
Informatiemededelingen
Zie Infoberichten (bladzijde 96).
ALARM INSCHAKELEN
Alarminstallatie inschakelen, wagen
vergrendelen. Zie Sloten (bladzijde 39).
ALARM UITSCHAKELEN
Uitvoeringen zonder keyless
entry systeem
Perimeter alarminstallatie
Schakel de alarminstallatie en het
alarmsignaal uit door de portieren met de
sleutel te ontgrendelen, zet het contact
met een correct gecodeerde sleutel aan
of ontgrendel de portieren of de
achterklep met de afstandsbediening.
Categorie 1 alarm
Schakel de alarminstallatie en het
alarmsignaal uit door de portieren met de
sleutel te ontgrendelen, zet het contact
met een correct gecodeerde sleutel
binnen 12 seconden aan of ontgrendel de
portieren of de achterklep met de
afstandsbediening.
Uitvoeringen met keyless entry
systeem
N.B.:
Voor keyless entry moet zich
binnen het detectiegebied van dat portier
een geldige passive key bevinden. Zie
Sleutelloze toegang (bladzijde 43).
Perimeter alarminstallatie
Schakel de alarminstallatie en het
alarmsignaal uit door de portieren te
ontgrendelen en zet het contact aan, of
ontgrendel de portieren of de achterklep
met de afstandsbediening.
Categorie 1 alarm
Schakel de alarminstallatie en het
alarmsignaal uit door de portieren te
ontgrendelen en zet het contact binnen
12 seconden aan, of ontgrendel de
portieren of de achterklep met de
afstandsbediening.
51
Alarm