Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- Kort overzicht
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumenten
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- De motor starten
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (cruise control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Nooduitrusting
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Technische specificaties
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Bijlagen

Voor het passief vergrendelen en
ontgrendelen is een geldige passieve
sleutel nodig die zich in de omgeving van
een van de drie externe detectiezones
bevindt. Deze zones bevinden zich op
ongeveer anderhalve meter afstand van
de portierkrukken aan bestuurders- en
passagierszijde en het kofferdeksel/de
achterklep.
Passieve sleutel
De auto kan met de passieve sleutel
worden ontgrendeld en vergrendeld. De
passieve sleutel kan tevens als
afstandsbediening worden gebruikt. Zie
Vergrendelen en ontgrendelen
(bladzijde 39).
Auto vergrendelen
E87384
WAARSCHUWING
De auto wordt niet automatisch
vergrendeld. Als de
vergrendelfunctie niet is
geactiveerd, blijft de auto ontgrendeld.
Raak een vergrendelsensor van de
voorportierhandgreep aan om de auto te
vergrendelen.
Activeren van centraal
vergrendelingssysteem en alarminstallatie:
•
Raak eenmaal een vergrendelsensor
van de voorportierhandgreep aan.
Activeren van dubbele vergrendeling en
alarminstallatie:
•
Raak een vergrendelsensor van de
voorportierhandgreep tweemaal
binnen drie seconden aan.
N.B.:
Er moet even worden gewacht
tussen iedere aanraking van de
portierhandgreep.
N.B.:
Eenmaal geactiveerd, blijft de auto
gedurende drie seconden vergrendeld.
Na de vertragingsperiode kunnen de
portieren weer worden ontgrendeld, op
voorwaarde dat de passieve sleutel zich
binnen het detectiegebied bevindt.
Twee korte knippersignalen van de
richtingaanwijzers geeft aan dat alle
portieren en het kofferdeksel/de
achterklep zijn vergrendeld en dat de
alarminstallatie is ingeschakeld.
Kofferdeksel/achterklep
N.B.:
Als de passieve sleutel zich bij
gesloten portieren in de auto bevindt, kan
het kofferdeksel/de achterklep niet
worden gesloten en komt deze weer
omhoog.
N.B.:
Indien zich een tweede geldige
passieve sleutel binnen het
detectiegebied van de achterzijde
bevindt, kan het kofferdeksel/de
achterklep niet worden afgesloten.
Auto ontgrendelen
N.B.:
Indien de auto langer dan drie
dagen niet wordt ontgrendeld, schakelt
de sleutelloze toegang over op een
energiebesparende modus. Hierdoor
wordt voorkomen dat de accu leegraakt.
Wanneer de auto in deze modus wordt
ontgrendeld kan de reactietijd enigszins
langer zijn dan normaal. Nadat de auto na
eenmaal is ontgrendeld, wordt de
energiebesparende modus
uitgeschakeld.
44
Sloten