Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- Kort overzicht
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumenten
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- De motor starten
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (cruise control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Nooduitrusting
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Technische specificaties
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Bijlagen

ALGEMENE INFORMATIE
Wanneer u uw auto regelmatig laat
onderhouden zal dit de betrouwbaarheid
en de inruilwaarde ten goede komen. Er
staat een groot netwerk van Ford
Erkende Reparateurs ter beschikking die
u met hun professionele expertise ter zijde
kunnen staan. De speciaal opgeleide
monteurs zijn het best gekwalificeerd om
het onderhoud aan uw auto snel en
vakkundig uit te voeren. Bovendien
beschikken zij over gereedschappen en
apparatuur die speciaal zijn ontwikkeld
om het onderhoud aan uw auto uit te
voeren.
Naast het normale onderhoud raden wij
aan de volgende extra controles uit te
voeren.
WAARSCHUWINGEN
Zet het contact af voordat u
onderdelen aanraakt of probeert af
te stellen.
Raak onderdelen van het
elektronisch ontstekingssysteem bij
aangezet contact of draaiende
motor niet aan. Het systeem werkt met
hoogspanning.
Zorg dat uw handen en
kledingstukken niet met de
koelventilateur in aanraking kunnen
komen. Onder bepaalde omstandigheden
kan de koelventilateur na het afzetten van
de motor nog enkele minuten blijven
doordraaien.
LET OP
Zorg tijdens het uitvoeren van
onderhoudscontroles dat de
vuldoppen stevig zijn aangebracht.
Dagelijkse controles
•
Buitenverlichting.
•
Binnenverlichting
•
Waarschuwings- en controlelampen.
Controles bij het tanken
•
Motoroliepeil. Zie Motorolie
controleren (bladzijde 199).
•
Remvloeistofpeil. Zie Controle
vloeistofpeil koppeling en
remsysteem (bladzijde 200).
•
Peil van de ruitensproeiervloeistof. Zie
Ruitensproeiervloeistof
controleren (bladzijde 200).
•
Bandenspanning (in koude toestand).
Zie Technische specificatie
(bladzijde 218).
•
Staat van de banden. Zie Velgen en
banden (bladzijde 207).
Maandelijkse controles
•
Koelvloeistofpeil (bij koude motor).
Zie Motorkoelvloeistof
controleren (bladzijde 199).
•
Slangen, leidingen en reservoirs op
lekkage.
•
Werking van de airconditioning.
•
Werking van de parkeerrem.
•
Werking van de claxon.
•
Vastzitten van de wielmoeren. Zie
Technische specificatie (bladzijde
218).
193
Onderhoud