Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- Kort overzicht
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumenten
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- De motor starten
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (cruise control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Nooduitrusting
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Technische specificaties
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Bijlagen

WERKING
WAARSCHUWING
Wanneer u een heuvel afrijdt, kan
de snelheid hoger worden dan de
ingestelde snelheid. Het systeem
bedient de remmen niet, maar geeft een
waarschuwing af.
Via het systeem kan een snelheid worden
ingesteld waar de auto vervolgens op
wordt begrensd. De ingestelde snelheid
wordt de effectieve maximumsnelheid
van de auto, maar met als optie deze
snelheid indien nodig tijdelijk te
overschrijden.
SNELHEIDSBEGRENZER
GEBRUIKEN
N.B.:
De ingestelde snelheidslimiet kan
gedurende een korte periode doelbewust
worden overschreven (bijvoorbeeld
tijdens inhalen).
E129834
A
B
Druk op toets A van de
bedieningselementen op het stuur om
het systeem in en uit te schakelen. De
informatiedisplay vraagt een snelheid in
te stellen.
Snelheidslimiet instellen
Gebruik de cruise control schakelaars om
de instelling van de maximumsnelheid te
wijzigen.
Druk op de SET+ schakelaar of de SET-
schakelaar om de gewenste
snelheidslimiet in te stellen. De snelheid
wordt op de informatiedisplay
weergegeven en in het geheugen
opgeslagen als de ingestelde snelheid.
Druk op knop B om de begrenzer uit te
schakelen en deze in de standby-modus
te zetten. De informatiedisplay bevestigt
deactivering door de ingestelde snelheid
doorgekruist weer te geven.
Druk op knop B om de begrenzer in te
schakelen. De informatiedisplay bevestigt
dat het systeem actief is door de
ingestelde snelheid opnieuw weer te
geven.
Ingestelde snelheidslimiet
doelbewust overschrijden
Trap het gaspedaal volledig in om het
systeem tijdelijk te deactiveren. Het
systeem wordt opnieuw geactiveerd
nadat de voertuigsnelheid onder de
ingestelde snelheid is gedaald.
Systeemwaarschuwingen
Als de ingestelde limiet per ongeluk wordt
overschreden (bijvoorbeeld bergafwaarts
rijden), dan knippert de ingestelde
snelheid in de informatiedisplay en wordt
een hoorbare waarschuwing afgegeven.
Als de ingestelde snelheidslimiet
doelbewust wordt overschreden, dan
geeft de informatiedisplay de ingestelde
snelheid doorgekruist weer.
168
Snelheidsbegrenzer