Quick Start Guide
Aanbevolen instellingen voor
koeling
E131534
Open de luchtroosters in het midden en
aan de zijkant.
Richt de middelste luchtroosters naar
boven en de luchtroosters aan de zijkant
op de zijruiten.
Aanbevolen instellingen voor
verwarming
E131535
Sluit de middelste luchtroosters en open
de luchtroosters aan de zijkant.
Richt de luchtroosters aan de zijkant op
de zijruiten
Voorruit ontdooien en
ontwasemen
E71382
Wanneer de temperatuur hoger is dan 4
°C, schakelt de airconditioning automatisch
in. Let erop dat de aanjager aanstaat. De
controlelamp in de schakelaar brandt
tijdens het ontdooien en ontwasemen.
Wanneer u de luchtverdeelknop in een
andere stand dan voorruit zet, blijft de A/C
ingeschakeld.
U kunt de airconditioning en
luchtrecirculatie in- en uitschakelen terwijl
de luchtverdeelknop in de stand voorruit
staat.
AUTOMATISCHE
KLIMAATREGELING
E78730
E D
C
BA
Voorruit ontdooien en
ontwasemen
A
Wisselen tussen de mono
modus aan en uit
B
Airconditioning UITC
Gerecirculeerde luchtD
Airconditioning AANA
Aanbevolen instellingen: AUTO, 22ºC
Mono modus
In de mono modus zijn de
temperatuurinstellingen voor de
bestuurder en de passagier aan elkaar
gekoppeld. Wanneer u de temperatuur
met de draaiknop aan bestuurderszijde
verandert, wordt dezelfde instelling voor
de passagierszijde doorgevoerd.
VERWARMDE RUITEN EN
SPIEGELS
Verwarmbare ruiten
Schakel de ruitverwarming in om de voor-
of achterruit te ontdooien of ontwasemen.
N.B.:
De ruitverwarming werkt alleen bij
een draaiende motor.
8