Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- In één oogopslag
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumentenpaneel
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- Motor starten en stoppen
- Start/stop knop
- Eco-modus
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (Cruise Control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Wat te doen bij pech
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Inhouden en specificaties
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Bijlagen

DrukmeterF
Stekker met kabelG
CompressorschakelaarH
LabelI
FlessendopJ
Fles afdichtmiddelK
1. Open het deksel van de
bandenreparatieset.
2. Trek het label I waarop de maximaal
toelaatbare snelheid van 80 km/h
(50 mph) vermeld staat van het huis
en maak het binnen het gezichtsveld
van de bestuurder vast op het
instrumentenpaneel. Het label mag
niets belangrijks aan het oog
onttrekken.
3. Haal de slang C en de stekker met
kabel G uit de set.
4. Draai de oranje dop D en de flessendop
J los.
5. Draai de fles afdichtmiddel K stevig
rechtsom in de flessenhouder E.
6. Draai het ventieldopje van de
beschadigde band eraf.
7. Verwijder de beschermdop A van de
slang C en draai de slang C stevig op
het ventiel van de lekke band.
8. De compressorschakelaar H moet in
de stand 0 staan.
9. Sluit de stekker G aan op de aansluiting
van de aansteker of het extra elektrisch
aansluitpunt. Zie Aansteker (bladzijde
131). Zie Extra
voedingsaansluitingen (bladzijde
131).
10. Start de motor.
11. Zet de compressorschakelaar H in de
stand 1.
12. Pomp de band niet langer dan zeven
minuten op voor een minimale druk
van 1,8 bar (26 psi) en een maximum
druk van 2,5 bar (51 psi). Zet de
compressorschakelaar H in de stand
0 en controleer de huidige
bandenspanning met de drukmeter
F.
13. Neem de stekker G uit de aansluiting
van de aansteker of het extra
elektrisch aansluitpunt.
14. Draai de slang C snel van het ventiel
los en breng de beschermdop A aan.
Draai het ventieldopje vast.
15. Laat de fles afdichtmiddel K in de
flessenhouder E zitten.
16. Zorg ervoor dat de set, de flessendop
en de oranje dop veilig worden
opgeborgen, maar makkelijk
bereikbaar zijn. De set kan weer nodig
zijn wanneer u de bandenspanning
controleert.
17. Ga onmiddellijk ongeveer drie
kilometer (twee mijl) rijden, zodat het
afdichtmiddel het lek kan afdichten.
N.B.: Wanneer het afdichtmiddel in de band
wordt gepompt, kan de druk toenemen tot
6 bar (87 psi) maar deze neemt na ca. 30
seconden weer af.
WAARSCHUWING
Wanneer u heftige trillingen,
onbalans in het stuurwiel of lawaai
tijdens het rijden waarneemt, minder
dan snelheid en rijd voorzichtig naar een
plaats waar u veilig kunt stoppen.
Controleer de band en de bandenspanning
opnieuw. Wanneer de bandenspanning
lager is dan 1,3 bar (19 psi) of wanneer er
scheuren, knobbels of dergelijke zichtbaar
zijn, hervat dan uw reis niet met deze band.
220
Velgen en banden