Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- In één oogopslag
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumentenpaneel
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- Motor starten en stoppen
- Start/stop knop
- Eco-modus
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (Cruise Control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Wat te doen bij pech
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Inhouden en specificaties
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Bijlagen

LET OP
Sluit de kabel niet aan op de
minpool (–) van de ontladen accu.
Zorg ervoor dat de kabels niet met
draaiende onderdelen en onderdelen
van het brandstoftoevoersysteem in
aanraking kunnen komen.
Motor starten
1. Start de motor van auto B en laat deze
met een matig hoog toerental draaien.
2. Start de motor van auto A.
3. Laat beide motoren minimaal drie
minuten draaien alvorens de kabels los
te koppelen.
LET OP
Schakel niet de koplampen tijdens het
loskoppelen van de hulpstartkabels
in. Door de spanningspiek kunnen de
gloeilampen doorbranden.
Koppel de kabels in omgekeerde volgorde
los.
ACCU VERVANGEN
LET OP
Voor auto's met
start/stop-schakelaar verschillen de
accuvereisten. De accu moet worden
vervangen door een accu met exact
dezelfde specificatie als de originele.
N.B.: Indien nodig moet de Keycode van de
audio-installatie opnieuw worden
geprogrammeerd.
De accu is aangebracht in de motorruimte.
Zie Onderhoud (bladzijde 197).
AANSLUITPUNTEN VAN DE
ACCU
LET OP
Sluit de kabel niet aan op de
minpool (–) van de ontladen accu.
E130431
Het massaverbindingspunt bevindt zich
rechts van de accu bij de zekeringenkast
in de motorruimte.
211
Accu van de auto