Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- In één oogopslag
- Veiligheidsuitrusting voor kinderen
- Bescherming van inzittenden
- Sleutels en afstandsbediening
- Sloten
- Motorstartblokkering
- Alarm
- Stuurwiel
- Ruitenwissers en ruitensproeiers
- Verlichting
- Ruiten en spiegels
- Instrumentenpaneel
- Infodisplays
- Klimaatregeling
- Stoelen
- Gemaksfuncties
- Motor starten en stoppen
- Start/stop knop
- Eco-modus
- Brandstof en tanken
- Remmen
- Stabiliteitsregeling
- Regeling voor bergop rijden
- Parkeerhulp
- Actieve parkeerhulp
- Achteruitkijkcamera
- Snelheidsregeling (Cruise Control)
- Snelheidsbegrenzer
- Transport
- Aanhangers trekken
- Tips voor het rijden
- Wat te doen bij pech
- Zekeringen
- Bergen van de auto
- Onderhoud
- Verzorging van de auto
- Accu van de auto
- Velgen en banden
- Voertuigidentificatie
- Inhouden en specificaties
- Inleiding audio-installatie
- Overzicht audio-installatie
- Beveiliging van uw audio-installatie
- Werking van de audio-installatie
- Menu's audio-installatie
- CD-speler
- Ingangsaansluiting (AUX IN)
- Storingen verhelpen audio-installatie
- Telefoon
- Spraaksturing
- Verbinding
- Introductie navigatie
- Introductie navigatie
- Overzicht navigatie-unit
- Systeeminstellingen
- Navigatiesysteem
- Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
- Kaartupdates
- Bijlagen

ALGEMENE INFORMATIE
Algemene opmerkingen over het
starten
Als de accu losgekoppeld is geweest kan
de motor, nadat de accukabels weer zijn
aangesloten, een afwijkende
draaikarakteristiek vertonen gedurende ca.
8 kilometer.
De oorzaak is, dat het motormanagement
zich weer aan de motor moet aanpassen.
Ongebruikelijke rijkarakteristieken tijdens
deze periode moeten worden genegeerd.
Motor starten door middel van
slepen of duwen
WAARSCHUWING
Om beschadiging te voorkomen
moet u uw auto niet aanduwen of
aanslepen. Gebruik hulpstartkabels
en een hulpaccu. Zie Starten met
hulpstartkabels (bladzijde 210).
CONTACTSLOT
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel in de stand 0
of I terug zolang de auto nog in
beweging is.
E72128
0 Contact uitgeschakeld.
I De ontsteking en alle hoofdcircuits zijn
uitgeschakeld.
N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu
leegraakt, de contactsleutel niet te lang in
deze stand staan.
II Het contact staat aan. Alle elektrische
circuits zijn ingeschakeld. Waarschuwings-
en controlelampen branden. Dit is de stand
waarin de sleutel moet staan tijdens het
rijden. U moet deze stand ook kiezen
wanneer de auto wordt gesleept.
III Startmotor ingeschakeld. Laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
STUURWIELBLOKKERING
WAARSCHUWING
Controleer altijd voordat u probeert
uw auto in beweging te brengen of
het stuurslot is uitgeschakeld.
Uitvoeringen zonder sleutelloos
startsysteem
Stuurslot activeren:
1. Neem de sleutel uit het contactslot.
2. Draai het stuurwiel.
Uitvoeringen met sleutelloos
startsysteem
N.B.: Het stuurslot wordt niet geactiveerd
bij ingeschakeld contact of wanneer met de
auto wordt gereden.
Uw auto is uitgerust met een elektronisch
bediend stuurslot. Deze werkt
automatisch.
Korte tijd nadat u de auto heeft geparkeerd
en de passieve sleutel zich buiten de auto
bevindt, of nadat u de auto vergrendelt,
wordt het stuurslot geactiveerd. Zie
Sleutelloze toegang (bladzijde 43).
Stuurslot deactiveren
Schakel het contact in of:
135
Motor starten en stoppen