Operation Manual
HandelingOmschrijvingWaarschuwings-
lamp
1. Zorg dat de banden worden opge-
pompt tot de juiste bandenspanning.
Zie Velgen en banden (bladzijde
175). De bandenspanning staat ook
op het label voor oppompen van de
banden (aan de rand van het
bestuurdersportier of de B-stijl).
2. Nadat de banden zijn opgepompt tot
de juiste spanning, moet de proce-
dure om het controlesysteem lage
bandenspanning te resetten worden
uitgevoerd. Raadpleeg Procedure
om het controlesysteem lage
bandenspanning te resetten in dit
hoofdstuk.
Band(en) onvoldoende
opgepompt
Waarschuwings-
lamp blijft branden
Repareer het beschadigde wiel met band
en plaats het gerepareerde wiel met
band terug op uw auto om de correcte
werking van dit systeem te herstellen.
Reservewiel in gebruik
Als de banden goed zijn opgepompt en
het reservewiel niet wordt gebruikt maar
de lamp blijft branden, heeft het systeem
een storing gedetecteerd die moet
worden gerepareerd.
Storing van het controle-
systeem lage banden-
spanning
Repareer het beschadigde wiel met band
en plaats het gerepareerde wiel met
band terug op uw auto om de correcte
werking van dit systeem te herstellen.
Reservewiel in gebruikWaarschuwings-
lamp knippert
Als de banden goed zijn opgepompt en
het reservewiel niet wordt gebruikt maar
de lamp blijft branden, heeft het systeem
een storing gedetecteerd die moet
worden gerepareerd.
Storing van het controle-
systeem lage banden-
spanning
183
B-MAX (CB2) Vehicles Built From: 10-03-2014 Vehicles Built Up To: 03-05-2015, CG3573nlNLD nlNLD, Edition date: 02/2014, Third Printing
Velgen en banden