Operation Manual
Voice Control (spraakbesturing)
17
WERKING VAN HET SYSTEEM
De volgorde en de inhoud van de
gesproken commando’s zijn in de
volgende lijst weergegeven.
De gebruikte symbolen betekenen het
volgende:
Short cuts (afkortingen)
Er zijn een aantal gesproken
afkortingen (short cuts) mogelijk,
waarmee u enkele functies van de auto
kunt regelen zonder het complete
commandomenu te hoeven volgen.
Deze zijn:
• Telefoon: ‘MOBILE NAME’
1
(naam mobiele telefoon), ‘DIAL
NUMBER’ (kies nummer), ‘DIAL
NAME’ (kies nummer), en
‘REDIAL’ (nummer herhalen).
• CD-speler: ‘DISC’ (CD) en
‘TRACK’ (muzieknummer).
• Klimaatregeling:
‘TEMPERATURE’ (temperatuur)
en ‘FAN’ (aanjager)
• Radio: ‘TUNE NAME’
(afstemmen naam).
• Navigatie: ‘ZOOM’ en ‘ROUTE
SETTING’ (route instelling).
1) Alleen wanneer een mobiele telefoon met
Bluetooth en Voice Control is aangebracht.
Communicatie met het systeem
starten
Voordat u kunt beginnen met het
‘toespreken’ van het systeem moet u
eerst op de ‘VOICE’ (spraak) toets of
de ‘MODE’ (modus) toets drukken en
wachten tot het systeem met een ‘PIEP’
antwoordt.
Versie 1
Versie 2
Versie 3
Gebruiker zegt.
Systeem antwoordt.
<> Duidt een nummer of
opgeslagen spraaklabel aan
die door de gebruiker moet
worden ingesproken.
Bluetooth Pt 4_NL.book Page 17 Wednesday, February 1, 2006 2:28 PM