Operation Manual

27
W AARSCHUWING: Onjuist gebruik
van brandstof en/of smeermiddelen leidt de
problemen zoals: onjuiste inschakelingen
koppeling, oververhitting, stoomblokkering,
vermogensverlies, onvoldoende smering,
aantasting van brandstofleidingen, pakkingen en
interne componenten van de carburateur , enz.
Brandstoffen gemengd met alcohol veroorzaken
hoge vochtabsorptie in het
brandstof/oliemengsel hetgeen leidt tot
scheiding van de olie en de brandstof.
UW APPARAAT STOPPEN
S Om de motor te stoppen beweegt u de
AAN/UIT--schakelaar op de UIT--stand.
AAN/UIT--
schakelaar
UW APPARAAT STARTEN
W AARSCHUWING: V ermijd alle
contact met de geluiddemper . Een hete
geluiddemper kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
EEN KOUDE MOTOR STARTEN (of
starten na branstrof bijvullen)
Startpositie
LET OP: De gashendelblokkering moet
ingeschakeld zijn om de gashendel te kunnen
bedienen. Bij het beetpakken van de gashendel
wordt de blokkering ingeschakeld met de palm
van uw hand. NIET in de regelkleptrekker
knijpen voordat de motor is gestart en loopt.
1. Plaats het apparaat op een vlakke
ondergrond.
2. Zet de AAN/UIT--schakelaar op de
AAN--stand.
3. Druk langzaam 6 maal op de
ontstekingsknop.
4. Zet de starthefboom in de STAR T--positie.
Gashendelblokkering
Starthandvat
Ontstekingsknop
Starthefboom
5. Trek hard aan het startkoord totdat de
motor start en loopt.
6. Laat de motor 10 seconden draaien en
knijp de regelkleptrekker geheel in om het
startsysteem uit te schakelen.
EEN WARME MOTOR STARTEN
1. Zet de AAN/UIT--schakelaar op de
AAN--stand.
2. Houd de trekker van de regelklep ingegrukt.
Houd de regelkleptrekker volledig ingedrukt
totdat de motor soepel loopt.
3. Trek hard aan het startkoord terwijl het
drukken van regelkleptrekker totdat de
motor gestart en loopt.
LET OP: Normaal, kan de startprocedure
voor een warme motor binnen 5 -- 10 minuten
worden gebruikt nadat de motor is uitgezet.
Indien de motor meer dan 10 minuten niet is
gebruikt, dan zal de motor moeten worden
gestart door de stappen te volgen zoals
beschreven onder EEN KOUDE MOTOR
STARTEN of door de stappen van de
startinstructie te volgen als vermeldop deunit.
EEN VERZOPEN MOTOR STARTEN
Een verzopen motor kan worden gestart door
de AAN/UIT--schakelaar op de AAN--stand te
zetten. Zet de starthefboom in de
RUN--positie. Houd de trekker van de
regelklep ingegrukt. Trek hard aan het
startkoord terwijl het drukken van
regelkleptrekker totdat de motor gestart en
loopt. Het kan nodig zijn verscheidene keren
aan de starthendel te trekken; dit hangt ervan
af hoe erg de motor verzopen is. Als het
apparaat nog steeds niet start, raadpleegt u de
PROBL EE M-- OPLOSSINGS TABEL.