User manual
Maaihoogte (zonder hendels)
• Als uw model grasmaaimachine wieldoppen heeft,
zoals getoond in fig. P1, wordt de snijhoogte
ingesteld door stap P1 - P3 te volgen.
1. Verwijder het wiel door de wieldop linksom te draaien
(P1) en op een ander gat te zetten (P2). De wieldop
wordt rechtsom vastgedraaid (P3). Stel de overige
wielen op dezelfde hoogte in.
Wees steeds voorzichtig tijdens het hanteren van
het mes - scherpe randen kunnen verwonden.
GEBRUIK HANDSCHOENEN. Vernieuw uw metalen
mes na 50 maaiuren of na 2 jaren, afhankelijk van
welke situatie zich het eerst voordoet -
onafhankelijk van de conditie van het mes. Als het
mes gebarsten of beschadigd is, dient u het te
vervangen door een nieuw mes. Gebruik een
mesbout nooit als de isolatiekop van de bout
beschadigd, gebarsten of afwezig is.
Het mes en de ventilator verwijderen
1. Houd de ventilator stevig vast en gebruik de moersleutel om
de mesbout tegen de richting van de klok los te draaien (R).
2. Bout in mes, mes en waaier verwijderen.
3. Controleer op schade en maak schoon indien nodig.
Mes en waaier monteren
1. Zorgen dat de waaier goed op zijn plaats zit. (S)
2. Het mes aan de waaier bevestigen met de scherpe
kanten van het mes van de waaier af wijzend.
3. De bout weer door mes en waaier steken.
4. De waaier stevig vast houden en de bout met behulp
van de bijgeleverde moersleutel stevig aandraaien.
Niet te vast aandraaien.
BELANGRIJK - GEBRUIK HANDSCHOENEN. Reinig uw
maaimachine nooit met water. Gebruik ook geen
chemische middelen, inclusief benzine, of oplosmiddelen -
deze kunnen de belangrijke plastic onderdelen aantasten.
1. Verwijder de restanten gras onder het dek met een
borstel (T).
2. Verwijder restanten gras uit alle luchtinlaten, de
grasuitworp en de grasopvangbak (U) met gebruik
van een zachte borstel.
3. Verwijder het mes om een betere toegang te
verkrijgen tot de ventilator en maak schoon met een
zachte borstel.(V)
4. Wrijf met een droge doek het oppervlak van uw
maaimachine af.
Snijhoogte (met hendels)
Wiel met hendels, Laagste stand voor snijhoogte - (Q2,4)
Wiel met hendels, Hoogste stand voor snijhoogte - (Q3,5)
Wiel met excentrisch geplaatste hendels - (Q6)
Wiel met hendels in het midden - (Q7)
Indien er op uw model hendels aan de wielen zitten,
mogen de wieldoppen niet worden verwijderd. In
dit geval wordt de snijhoogte ingesteld met gebruik
van deze hendels.
1. Als uw model grasmaaimachine één of meer hefbomen
heeft voor instelling van de snijhoogte (fig. Q), wordt de
snijhoogte ingesteld door de hendel uit de instelsleuven
te lichten en in de gewenste stand te zetten (Q1).
2. Als uw elektrische grasmaaier meer dan een hendel
heeft, dienen deze in dezelfde stand gezet te worden
(fig. Q2 - Q6).
Opmerking: De elektrische roterende
grasmaaimachine op wielen kan misschien op
verschillende snijhoogten worden ingesteld.
Snijmechanisme
Reinigen
Verzorging
Aan het einde van het maaiseizoen
1. Vervang, indien noodzakelijk, het mes en de bouten,
moeren of schroeven.
2. Reinig de maaimachine grondig. Geen chemicaliën,
benzine of oplosmiddelen gebruiken, want deze
kunnen belangrijke onderdelen van plastic
beschadigen.
3. Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw
plaatselijke service-centrum, en laat daar indien
noodzakelijk ook de benodigde service- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
4. Zorg ervoor dat het elektrisch snoer zorgvuldig
opgerold werd.
Uw grasmaaier opbergen Berg uw grasmaaier op in
een droge ruimte waar hij geen schade kan oplopen.
De schakeldoos is voorzien van een
vergrendelingsknop waarmee wordt voorkomen dat
de machine per ongeluk gestart wordt.
Uw grasmaaier starten (L1, L2, L3)
1. Houd de grendelknop (L1) op de schakeldoos
ingedrukt en duw één van de start/stop-hendels
tegen het bovenstuk van de duwboom (L2).
2. Blijf de start/stop-hendel tegen de duwboom gedrukt
houden en laat de grendelknop los (L3).
Uw grasmaaier starten (M1, M2, M3)
1. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de
netvoeding aan.
2. De duwboom enigszins omlaag brengen om de
voorkant van de grasmaaier op te lichten waardoor
het risico op beschadiging van het gazon bij het
starten wordt verminderd.
3. Houd de grendelknop (M1) op de schakeldoos
ingedrukt en duw één van de start/stop-hendels
tegen het bovenstuk van de duwboom (M2).
4. Blijf de start/stop-hendel tegen de duwboom gedrukt
houden en laat de grendelknop los (M3).
5. De grasmaaier op het gras laten zakken en beginnen
te maaien.
Uw grasmaaier stoppen
1. Laat de start/stop-hendel los.
OPMERKING (M1, M2, M3) Er zijn twee start/stop-hendels
op de duwboom. Eender welke van de twee hendels kan
gebruikt worden om de machine te starten.
BELANGRIJK
Gebruik de start/stop-hendels niet afwisselend.
Starten en stoppen
Maaitechniek
1 Maai eerst de rand van het gazon die het dichtst bij het
stopcontact ligt, zodat het snoer steeds op dat deel van
het gazon ligt dat reeds gemaaid werd. (N)
2 Maai uw gras tweemaal in de week tijdens het groeiseizoen.
Uw gazon zal eronder lijden als meer dan één derde van de
lengte in één maaibeurt afgesneden wordt.
Let op: Uw maaier niet overbelasten.
Het is mogelijk dat de snelheid van de motor afneemt wanneer u
lang en dik gras probeert te maaien. U zult merken dat het geluid
van de motor verandert. Als de snelheid van de motor afneemt zou
het kunnen dat u uw grasmaaier overbelast en dat de machine
schade oploopt. Wanneer u lang en dik gras gaat maaien, zal een
eerste maaibeurt op een hogere maaihoogte beletten dat uw
maaier overbelast wordt. Zie “maaihoogte instellen”.
NEDERLANDS - 3