User Manual

Laser Distance Meter
Toetsfuncties
13
Kompas (424D)
De kompasfunctie laat u het zichtveld of de richting zien
terwijl u meet. Dit is handig binnen, voor een juiste
oriëntatie van de bouwtekeningen. Het is ook handig de
juiste richting te weten wanneer u het rendement voor
zonnepanelen berekent.
Tips:
Zorg dat het eindstuk is ingeklapt.
Als u de kompasfunctie gebruikt, wordt op de meter
de kalibratiemelding weergegeven. Zie Kompas
kalibreren voor meer informatie.
De kompaspijlen knipperen op het display als de
meter >20 ° tussen beide uiteinden of >10 ° tussen
beide zijkanten wordt gekanteld.
Als u het kompas inschakelt, toont de meter de
kalibratiemelding. Zie Handmatige kalibratie voor
meer informatie.
Druk op
:
1x = pijl wijst naar het noorden
2 seconden = pijl wijst in de richting van de laserstraal
en het display toont de richting in graden en een alfa-
teken.
W Let op
Om verkeerde richtingsuitlezingen te
voorkomen dient u het instrument niet in de
buurt van magneten en magnetische
voorzieningen te gebruiken.
Kompas kalibreren
Automatische kalibratie
De kompassensor verzamelt continu met intervallen van
60 seconden nieuwe kalibratiewaarden en slaat deze op.
Handmatige kalibratie
Als u het kompas inschakelt, toont de meter de
kalibratiemelding:
1. Voor 'nee' drukt u op
. Het kompas gebruikt oude
die onnauwkeurig kunnen zijn.
2. Voor 'ja', drukt u op
.
Om met de kalibratie door te gaan:
3. Draai de meter 180 ° rond de Z-as. Zie afbeelding 8.
4. Draai de meter 180 ° rond de X-as.
5. Draai de meter 180 ° rond de Y-as.
De meter telt van 1 tot 12 gedurende de kalibratie.
  wordt op het display weergegeven als de
kalibratie is voltooid.