User Manual

Digital Multimeters
Kenmerken
11
gaq101.eps
Afbeelding 1. Weergavefuncties
Tabel 5. Weergave-elementen
Nummer Functie Symbool

Polariteitsindicator voor de analoge
staafgrafiek.

Trig±
Indicator van positieve of negatieve
flank voor Hz/werkcyclus-triggeren.


De continuïteitspieper staat aan.


Relatiefmodus (REL) is geactiveerd.


Afvlakking is actief.
Nummer Functie Symbool
 -
Negatieve aflezingen. In de
relatiefmodus geeft dit symbool aan
dat de huidige ingang kleiner is dan
de opgeslagen referentie.
 
Hoogspanning aanwezig bij de
ingang. Wordt weergegeven als
ingangsspanning 30 V of groter is
(wisselstroom of gelijkstroom). Wordt
tevens weergegeven in de modus
laagdoorlaatfilter. Verschijnt ook in
de kalibratie-, Hz- en
werkcyclusmodus.


AutoHOLD is ingeschakeld.


Display HOLD is ingeschakeld.
 
Minimale en maximale piekmodi en
de reactietijd is 250 μs (alleen 28 II).


MAX MIN
AVG
Registratiemodus minimum-
maximum.
 
Modus laagdoorlaatfilter (alleen 28
II). Zie 'Laagdoorlaatfilter (28 II)'.