User Manual

True-rms Multimeters
Pictogrammen
3
De batterijklep moet worden gesloten en vergrendeld
voordat u het product gebruikt.
Gebruik uitsluitend kabels met correcte
spanningswaarden.
Verwijder alle probes, meetsnoeren en accessoires
voordat de batterijklep wordt geopend.
Vervang de batterijen wanneer de batterij-indicator
aangeeft dat ze bijna leeg zijn, om onjuiste metingen
te voorkomen.
Leg nooit meer dan de nominale spanning aan
tussen de aansluitingen en aarde.
Meet eerst een bekende spanning om te controleren
of het product juist werkt.
Gebruik de juiste aansluitingen, de juiste functie en
het juiste bereik voor de metingen.
Gebruik geen beschadigde meetsnoeren. Controleer
de meetsnoeren op beschadigde isolatie en
aanraakbaar metaal en of de slijtage-indicator wordt
weergegeven. Controleer de doorgang van de
meetsnoeren.
Raak geen spanningsbronnen aan met de probes
wanneer de meetsnoeren zijn aangesloten op de
stroomklemmen.
Gebruik geen beschadigde meetsnoeren. Controleer
de meetsnoeren op beschadigde isolatie en meet een
bekende spanning.
Gebruik het product niet zonder op de meetprobe
aangebrachte beschermkap in CAT III- of CAT IV-
omgevingen. De beschermkap verkort het
blootliggende metaal van de probe tot <4 mm. Dit
verlaagt de kans op vlambogen ten gevolge van
kortsluiting.
Pictogrammen
Tabel 1 bevat een lijst met de pictogrammen die op het product en
in deze handleiding worden gebruikt.
Tabel 1. Pictogrammen
Pictogram Omschrijving
Raadpleeg de gebruikersdocumentatie.
W WAARSCHUWING. GEVAAR.
X
WAARSCHUWING. GEVAARLIJKE SPANNING.
Gevaar van elektrische schokken.
Aarde
AC (wisselstroom)
DC (gelijkstroom)
Zowel gelijkstroom als wisselstroom