User Manual

175, 177, 179
Gebruiksaanwijzing
14
Wissel- of gelijkstroom meten
XW Waarschuwing
Ga als volgt te werk om mogelijke elektrische schokken,
brand of letsel te voorkomen:
Probeer nooit de stroom in een stroomkring te meten
als de nullastpotentiaal naar aarde groter is dan
>1000 V.
Controleer de zekeringen van het product voordat u
metingen verricht. (Zie Zekeringen testen.)
Gebruik de juiste aansluitingen, de juiste knopstand
en het juiste bereik voor uw meting.
Schakel de probes nooit parallel met een
stroomkring of component als de meetsnoeren met
de stroomaansluitingen zijn verbonden.
Stroom meten:
1. Uitschakelen.
2. Stroomkring onderbreken.
3. Sluit het product in serie aan.
4. Inschakelen.
CAT
CAT
+
+
RANGEHOLD
MIN MAX
mA
A
DC
aik08f.eps
Gedrag van True-RMS-meters bij AC-nulingang
Anders dan middelende meters, die uitsluitend zuivere
sinusgolven nauwkeurig kunnen meten, kunnen True-RMS-meters
vervormde golfvormen nauwkeurig meten. Omvormers die True
RMS berekenen, vereisen een bepaald niveau ingangsspanning
om een meting uit te voeren. Daarom worden de wisselspannings-
en wisselstroombereiken gespecificeerd van 5 % van het bereik
tot 100 % van het bereik. Als er andere cijfers dan nul op het
display van een True-rms meter verschijnen wanneer de
meetsnoeren onderbroken of kortgesloten zijn, dan is dat normaal.
Zij hebben geen invloed op de gespecificeerde AC-
nauwkeurigheid boven 5 % van het bereik.
Niet-gespecificeerde ingangsniveaus op de laagste bereiken zijn:
Wisselspanning: minder dan 5 % van 600 mV AC, of
30 mV AC
Wisselstroom: minder dan 5 % van 60 mA AC of 3 mA AC