User's Manual
Fluke 434-II/435-II/437-II
Handleiding
8-4
De volgende afkortingen en symbolen worden gebruikt in de tabellen:
Afkorting Beschrijving Symbool Beschrijving
CHG Snelle Spanningsschommeling
(Rapid Voltage Change)
Stijgende spanningsflank
DIP Spanningsdip Dalende spanningsflank
INT Spanningsonderbreking
(Interruption)
Opgaande verandering
SWL Spanningspiek (Voltage Swell) Dalende verandering
TRA Transient
AMP Stroomwaarde overschreden
Beschikbare functietoetsen:
F1
Kies het Golfvorm gebeurtenis (WAVE EVENT) scherm:
een scopegolfvorm rondom de geselecteerde gebeurtenis
wordt getoond. Beschikbaar in de Fluke 435-II and 437-II.
F2
Kies het rms gebeurtenis (RMS EVENT) : de ½ cycle rms
trend rondom de gebeurtenis wordt getoond. Beschikbaar in
de Fluke 435-II and 437-II.
F3
Keuze tussen normale (NORMAL) en gedetailleerde
(DETAILED) gebeurtenistabel.
F4
Terugkeer naar trendscherm.
Tips en Hints
Spanning en frequentie moeten dicht bij hun nominale waarden liggen van bijvoorbeeld
120 V, 230 V, 480 V, 60 Hz, of 50 Hz.
De spanning- en stroomwaarden in het Meterscherm kunnen bijv. gebruikt worden om te
controleren of de energie die aan een 3-fase inductiemotor toegevoerd wordt in balans is.
Spanningsonbalans veroorzaakt grote onbalans van de stromen in statorwikkelingen
hetgeen resulteert in oververhitting en verkorting van levensduur. Elk van de
fasespanningen mag niet meer dan 1 % afwijken van het gemiddelde van de drie.
Stroomonbalans mag de 10 % niet te boven gaan. Gebruik in geval van te hoge onbalans
andere meetmodi om het distributiesysteem verder te analyseren.
Een Crest Factor dichtbij 2.0 betekent hoge vervorming. CF = 2.0 kan bijvoorbeeld
gemeten worden in de nabijheid van gelijkrichters die alleen geleiden op de top van de
sinusspanning.










