User's Manual

Stuursignalen op de Netspanning (Mains Signaling)
Gebeurtenistabel20
20-3
Beschikbare Functietoetsen:
F1
Omhoog/omlaag pijltjestoets zijn toegewezen aan het kiezen
van de set trends en bijbehorende uitlezing die weergegeven
wordt.
F2
Cursor aan/uit.
F3
Wijst de pijltjestoetsen toe aan Cursor of Zoom besturing.
F4
Toegang tot de gebeurtenistabellen.
F5
Keuze tussen HOLD (bevriezen) en RUN (activeren) van de
signaalacquisitie. Schakelen van HOLD naar RUN activeert
een menu om te kiezen voor een onmiddellijke start (NOW)
of tijdklok gestuurde start (TIMED) die het mogelijk maakt
startmoment en duur van de meting te kiezen.
Cursor. Als de cursor ingeschakeld is, worden de waarden van de Trend ter plaatse van
de cursor bovenin het scherm weergegeven. Door de cursor over de linker- of rechterzijde
van het scherm te verplaatsen, wordt de trend over het scherm geschoven.
Zoom. Maakt het mogelijk het signaal verticaal en horizontaal uit te rekken of in te
krimpen om details zichtbaar te maken of het complete signaal binnen een scherm te
halen. Zoom en Cursor worden bediend met de pijltjestoetsen en worden behandeld in
hoofdstuk 23.
Positie (Offset) en Bereik (Span) van de Trends worden automatisch ingesteld. Dit
garandeert een goede weergave in vrijwel alle omstandigheden. Indien gewenst kan dit
handmatig ingesteld worden. Het instelmenu is bereikbaar via de SETUP Toets en
Functietoets F3 - FUNCTION PREF. Zie Hoofdstuk 24, FUNCTION PREFerences.
Gebeurtenistabel
Openen van de ‘Mains Signaling’ gebeurtenistabel:
g
F4
De gebeurtenistabel geeft in de ‘Normal’ modus de gebeurtenissen (V3s boven de
ingestelde grens) weer die plaats vonden gedurende de meting. Datum, tijd, type (fase,
signaal 1 of signaal 2), niveau en tijdsduur van elke gebeurtenis staan in de tabel. In
modus gedetailleerd (‘Detail’) wordt aanvullende informatie gegeven over
drempeloverschrijdingen.