Operation Manual

HANDLEIDING MARK 3 NEDERLANDS 71569105 02-10
Pagina 7 van 76 flowserve.com
1.6.4 Producten gebruikt in mogelijk explosieve
omgevingen
Er zijn maatregelen vereist om:
Buitensporige temperaturen te vermijden
Ophoping van explosieve mengsels te
voorkomen
De generatie van vonken te voorkomen
Lekken te voorkomen
De pomp te onderhouden om gevaar te voorkomen
De volgende instructies voor pompen en
pompeenheden geplaatst in mogelijk explosieve
omgevingen, moeten worden gevolgd om bescherming
tegen ontploffingen te verzekeren. Voor ATEX moeten
zowel elektrische als niet-elektrische apparaten voldoen
aan de vereisten van de Europese richtlijn 94/9/EC
Respecteer altijd de regionale wettelijke vereisten in
verband met explosiegevaar. Elektrische apparaten
met explosiegevaar hebben buiten de EU mogelijks een
ander certificaat dan ATEX (zoals IECEx of UL) nodig.
1.6.4.1 Draagwijdte van naleving
Gebruik apparatuur alleen in de zone waarvoor
ze geschikt is. Controleer altijd dat de aandrijving,
aandrijfkoppeling, afdichting en pompapparatuur van de
geschikte klasse zijn en/of het geschikte certificaat
hebben voor de omgeving waarin ze worden
geïnstalleerd.
Als Flowserve alleen de naakte pomp heeft geleverd,
heeft de explosieklasse alleen betrekking op de pomp.
De partij die belast is met de montage van de ATEX
pompset, moet kiezen voor een koppeling, aandrijving
en bijkomende apparatuur die voorzien is van de
vereiste CE-certificaten/conformiteitsverklaringen om
geschikt te zijn voor de installatieomgeving.
De output van de frequentieregelaar (VFD) kan
bijkomende warmte-effecten veroorzaken in de motor
en dus moet, voor pompsets met een VFD, het ATEX-
certificaat voor de motor vermelden dat het de situatie
met elektrische stroom van de VFD dekt. Deze
speciale vereiste is ook van toepassing als de VFD zich
op een veilige plaats bevindt.
1.6.4.2 Markeringen
Hieronder vindt u een voorbeeld van ATEX-
markeringen op een apparaat. De eigenlijke
classificatie van de pomp wordt in het typeplaatje
gegraveerd.
II 2 GD c IIC 135ºC (T4)
Apparatuurgroep
I = Mijnbouw
II = Niet-mijnbouw
Categorie
2 of M2 = Bescherming hoog niveau
3 = Bescherming normaal niveau
Gas en/of stof
G = Gas
D = Stof
c = Constructieveiligheid
(in overeenstemming
met EN13463-5)
Gasgroep (Alleen installatiecategorie 2)
IIA - Propaan (typisch)
IIB - Ethyleen (typisch)
IIC Waterstof (typisch)
Maximale oppervlaktetemperatuur
(Temperatuurklasse) (Zie punt 1.6.4.3.)
1.6.4.3 Te hoge oppervlaktetemperaturen vermijden
ZORG ERVOOR DAT DE
TEMPERATUURKLASSE VAN DE APPARATUUR
GESCHIKT IS VOOR DE GEVARENZONE
Temperatuur van verpompte vloeistof
Pompen hebben een temperatuurklasse die vermeld
staat in de ATEX explosieklasse op het typeplaatje. Ze
is gebaseerd op een maximale omgevingstemperatuur
van 40 °C (104 °F). Raadpleeg Flowserve voor hogere
omgevingstemperaturen.
De oppervlaktetemperatuur op de pomp wordt
beïnvloed door de temperatuur van de verpompte
vloeistof. De maximaal toegestane
vloeistoftemperatuur hangt af van de ATEX
temperatuurklasse en mag de waarden in de
onderstaande tabel niet overschrijden.