Operation Manual

HANDLEIDING MARK 3 NEDERLANDS 71569105 02-10
Pagina 42 van 76 flowserve.com
5.2.2.2 Levenslang vetgesmeerde - lagers met
dubbel schild of dubbele afdichting
Deze lagers zijn met vet gevuld door de
lagerproducent en mogen niet nagesmeerd worden.
Het vervangingsinterval van deze lagers wordt sterk
beïnvloed door de bedrijfstemperatuur en -snelheid.
Afgeschermde lagers blijven doorgaans koeler.
5.2.3 Olienevel
De inlaatopening voor alle horizontale pompen is de
afgedekte opening van ½ in. NPT boven op het
lagerhuis. Een ontluchtingsdop is aangebracht op de
lagerhouder en op de afgedekte bodemafvoer van ¼ in.
NPT van het lagerhuis. Zie punt 4.6.6.7,
Olienevelsmeersysteem. Het oliepeil mag niet boven
het midden van het kijkglas op het lagerhuis blijven bij
wet-sump-systemen.
De optionele oliekeerring mag niet gebruikt worden
bij een olienevelsysteem.
In-lijn pompen hebben twee inlaatopeningen. Naast de
hierboven beschreven aansluiting wordt er een tweede
inlaatopening gemaakt aan de ⅛ in. NPT afgedekte
opening op de lagerhouder [3240]. Er is een
ontluchtingsfitting aangebracht op de lagerhouder en
een afgesloten uitlaatopening van in. NPT in de
bodem van het lagerhuis voor pompen van groep 1 en
op de adapter [1340] voor pompen van groep 2.
5.3 Instelling waaier
De waaierspeling is ingesteld in de fabriek op basis van
de procestemperatuur die opgegeven werd bij de
aankoop van de pomp (zie illustratie 5-12). Bij een
omgekeerde waaier en ingewerkte waaiers wordt de
speling ingesteld ten opzichte van de achterplaat, bij
een open waaier ten opzichte van het pomphuis. Als de
procestemperatuur verandert, moet de waaierpositie
opnieuw worden ingesteld, zie punt 6.6.
Illustratie 5-12: Instellingen waaierspeling
Temperatuur °C (°F)
Waaierspeling mm (in.)
< 93 (200)
0.46 ± 0.08 (0.018 ± 0.003)
93 tot 121 (200 to 250)
0.53 (0.021)
122 tot 149 (251 to 300)
0.61 (0.024)
150 tot 176 (301 to 350)
0.69 (0.027)
177 tot 204 (351 to 400)
0.76 (0.030)
205 tot 232 (401 to 450)
0.84 (0.033)
>232 (450)
0.91 (0.036)
Opmerkingen:
1. Voor 3x1.5-13 en 3x2-13 bij 3500 rpm te vermeerderen met
0.08 mm (0.003 in.).
2. Een draaiing van de lagerhouder van het midden van één nok
naar het midden van de volgende nok stemt overeen met een
axiale asbeweging van 0.1 mm (0.004 in.).
3. Waaier met omgekeerde schoepen waaier ingesteld ten
opzichte van achterdeksel - open waaier ten opzichte van
pomphuis.
5.4 Draairichting
5.4.1 Draairichting controleren
Het is absoluut van essentieel belang
dat de draairichting van de motor wordt gecontroleerd
alvorens de koppeling te installeren. Als de pomp in de
verkeerde richting draait, ook al is het maar heel even,
kunnen de waaier, het pomphuis, de as en de
asafdichting loskomen en beschadigd worden. Alle
Mark 3 pompen draaien in de richting van de wijzers
van de klok gezien vanaf de motorzijde. Op de
voorzijde van het pomphuis is een pijl gegoten die de
juiste richting aangeeft, zoals getoond op illustratie 5-13.
Zorg ervoor dat de motor in dezelfde richting draait.
Illustratie 5-13
5.4.2 Koppeling installeren
De koppeling (illustratie 5-13) moet
geïnstalleerd worden overeenkomstig de instructies
van de koppelingsfabrikant. Bij de levering van de
pomp is het afstandsstuk nog niet geïnstalleerd. Als
u het afstandsstuk hebt geïnstalleerd om de uitlijning
te vergemakkelijken, moet u het weer verwijderen
alvorens u de draairichting controleert. Verwijder alle
beschermingen van de koppeling en de as alvorens
de koppeling te installeren.
Illustratie 5-14