Operation Manual

HANDLEIDING MARK 3 NEDERLANDS 71569105 02-10
Pagina 26 van 76 flowserve.com
e) De motor wordt op zijn plaats bevestigd door de
moeren vast te draaien op twee diagonale
tapbouten.
f) De pomp wordt op de grondplaat geplaatst en
waterpas gezet. Het voetstuk onder het lagerhuis is
verstelbaar. Het wordt gebruikt om de pomp te
nivelleren, indien nodig.
Mark 3A en ANSI 3A ontwerp
Als er een aanpassing nodig is, dient u vulplaten
[3126.1] tussen het voetstuk en het lagerhuis toe
te voegen of te verwijderen.
Mark 3 ontwerp (oud)
Als een aanpassing nodig is, kan het voetstuk naar
boven of naar beneden verplaatst worden met de
stelmoer [6576].
g) De tussenruimte van de koppeling met
afstandsstuk wordt geverifieerd.
h) De verticale parallelle en hoekuitlijning wordt
uitgevoerd door vulplaten aan te brengen onder
de motor.
i) De gaten van de motorvoeten worden opnieuw
gecentreerd op de tapbouten met de centreermoer.
Daarna wordt de centreermoer verwijderd en
vervangen door een gewone moer. Zo wordt een
maximale horizontale bewegingsvrijheid van de
motor voor de definitieve uitlijning verzekerd. De
vier motorvoeten worden vastgezet.
j) De pomp- en motoras worden vervolgens
horizontaal uitgelijnd, zowel parallel als in de
hoeken, door de pomp te verplaatsen ten
opzichte van de vaste motor. De pompvoeten
worden vastgezet.
k) Zowel de horizontale als de verticale uitlijning
worden nogmaals gecontroleerd, net als de
tussenruimte van het koppelingsafstandsstuk.
Zie punt 4.8, Laatste controle asuitlijning.
4.5.2 Procedure voor eerste lijnuitlijning
De uitlijning in de fabriek maakt een verdere uitlijning
van de eenheid ter plaatse mogelijk. De eerste
uitlijning wijkt niet meer dan 0.38 mm (0.015 in.) af
van de paralleluitlijning en 0.0025 mm/mm
(0.0025 in./in.) van de hoekuitlijning.
De Mark 3 in-lijnpomp biedt de mogelijkheid tot uitlijning
van de motor. Voor de paralleluitlijning dienen de
motoradapter en de motor als één geheel verplaatst te
worden ten opzichte van de lagerstoel. Vier stelbouten
(getoond op illustraties 4-10 en 4-11) maken een
precieze aanpassing van de paralleluitlijning mogelijk.
De hoekuitlijning wordt bepaald door
bewerkingstoleranties, maar kan geen ongelijke
compressie van de achterplaatpakking verhinderen.
a) Controleer de hoekuitlijning. Het aantrekkoppel
van de pomphuisbouten kan verhoogd worden
om de hoeken aan te passen.
b) Controleer de paralleluitlijning op een vlak dat
bepaald wordt door de instelbouten aan
tegenoverliggende hoeken van de motoradapter.
Om correcties aan te brengen, moeten de
motoradaptermoeren [6580.3] lichtjes losgezet
worden, zodat de motoradapter zich kan
verplaatsen. Alle instelbouten, behalve degene in
de richting waarin de motor zich moet bewegen,
moeten losgezet worden tijdens de verstelling.
Maak de stelbout langzaam vast tegen de tapbout
tot gewenste uitlijning bereikt is.
c) Controleer de paralleluitlijning op een vlak dat 90
graden afwijkt van het eerste vlak. Breng
correcties aan zoals beschreven in de vorige stap.
d) Het kan nodig zijn de verschillende vlakken
verscheidene keren aan te passen. Zet alle
bevestigingsmiddelen vast en controleer de
uitlijning opnieuw.
Illustratie 4-10
Illustratie 4-11
4.6 Leidingen
De leidingaansluitingen zijn uitgerust
met beschermachterplaaten om te voorkomen dat
vreemde voorwerpen er tijdens het vervoer en de
installatie indringen. Zorg ervoor dat deze
achterplaaten van de pomp worden verwijderd
vooraleer u er leidingen op aansluit.