Operation Manual

49 NL
Bediening /Onderhoud en reiniging
j Maai van daaruit in aangrenzende maaibanen
heen en weer.
m Overbelastingsbeveiliging
De overbelastingsbeveiliging verhindert schade
aan het apparaat. Deze schakelt de motor uit zodra
zich een blokkade optreedt of een overbelasting
dreigt.
j Laat het apparaat na een in werking getreden
overbelastingsbeveiliging circa 5 minuten
uit-geschakeld.
j Verhelp de oorzaak (bijvoorbeeld lange gras-
halmen of vreemde voorwerpen).
j Verhoog de maaihoogte met circa 2 cm, als de
overbelasting door lange grashalmen wordt
veroorzaakt.
j Neem het apparaat alleen weer in gebruik als
het onbeschadigd is.
Q
Apparaat vervoeren / opbergen
c Gevaar!
J Schakel het apparaat uit! Wacht tot het
maaimes
21
volledig stilstaat.
J Trek de netstekker van het apparaat uit het
stopcontact!
Vervoeren
j Duw het apparaat bij de greep van de
duwboom
1
of draag het aan de draag-
greep van de behuizing
14
.
Opbergen
j Berg het apparaat in een droge ruimte op,
beschermd tegen onbevoegd gebruik.
j Klap zo nodig het bovengedeelte van de duw-
boom
2
in elkaar, om plaats te sparen. Maak
hiervoor de beide schroefverbindingen los
8
(zie afb. E).
j Vermijd dat het netsnoer
6
wordt ingeklemd.
j Leg geen voorwerpen op het apparaat.
Q
Onderhoud en reiniging
Q
Onderhoud
j Controleer visueel voor ieder gebruik:
- de isolatie van het netsnoer
6
en het ver-
lengsnoer op beschadigingen (bijvoorbeeld
scheuren, breuken).
-
h
et maaimes
21
en de borgschroef
22
op
slijtage.
- de correcte montage.
j Neem het apparaat alleen in gebruik als het ap-
paraat correct gemonteerd en onbeschadigd is.
Maaimes
21
vervangen
j Verwijder de vangbak
10
en leg het apparaat
op een kant neer.
j Steek, voor het losdraaien van de schroeven,
een schroevendraaier in de opening.
j Draai de borgmoer
22
met een schroeven-
draaier SW 13 mm uit de aandrijfas.
j Verwijder het maaimes
21
.
j Draai het nieuwe maaimes
21
met borgmoer
22
inclusief sluitring weer vast op de aandrijfas.
De markering van de draairichting op het
maaimes moet zichtbaar zijn (zie afb. F).
j Verwijder de schroevendraaier en zet het
apparaat weer overeind.
Q
Reiniging
Oppervlak apparaat
j Verwijder direct na ieder maaiproces grondig
alle grasresten en het vuil.
j Reinig met name de ventilatieopeningen van
de behuizing
14
.
j Gebruik een doek en een handveger.
Onderkant apparaat
j Verwijder de vangbak
10
en leg het apparaat
op een kant neer.
j Reinig met name het maaimes
21
en de omge-
ving rondom.
j Gebruik hiervoor een handveger alsmede een
houten of kunststof staafje.