Operation Manual
34
NL
BE
Opgelet!
Naloop van het mes van de
grasmaaier.
Vermelding van het geluidsniveau
L
wa
in dB.
Beschermingsklasse II
Elektrische apparaten horen niet
thuis b huisvuil.
Algemene
veiligheidsinstructies
Dit apparaat kan b een onoordeel-
kundig gebruik ernstige verwondin-
gen veroorzaken. Om lichamelke
letsels en materiële schade te ver-
mden, leest u de onvoorwaardelk
volgende veiligheidsinstructies en
neemt u ze in acht en maakt u zich
goed met alle bedieningsonderde-
len vertrouwd.
Voorbereiding:
• Alvorens u met het toestel werkt, leest u
alstublieft zorgvuldig de gebruiksaanw-
zing en maakt u zich met alle bedienele-
menten goed bekend.
• Vóór gebruik moeten aansluitkabel en
verlengkabel steeds worden onderzocht
op tekenen van beschadiging of sltage.
Als de kabel b gebruik beschadigd
wordt, moet h onmiddellk worden
afgekoppeld van het stroomnet. Raak de
kabel niet aan, vóór h losgekoppeld is.
Gebruik de machine niet als de kabel
versleten of beschadigd is.
• Laat de motor afkoelen, vóór u de machi-
ne stopt.
• Dit apparaat is er niet voor bestemd,
door personen (kinderen inbegrepen) met
beperkte fysieke, zintuiglke of geestelke
capaciteiten of b ontstentenis van erva-
ring en/of b gebrek aan kennis gebruikt
te worden, tenz ze onder het toezicht
van een voor hun veiligheid instaande
persoon staan of van deze persoon aan-
wzingen krgen, hoe het apparaat te
gebruiken is.
• Geef nooit toestemming aan kinderen
of andere personen, die de gebruiks-
aanwzing niet kennen, het apparaat
te gebruiken. Lokale bepalingen kunnen
de minimumleeftd van de persoon, die
het apparaat bedient, vastleggen.
• Maak nooit gebruik van het apparaat
terwl andere mensen, in het bzonder
kinderen, en huisdieren in de buurt zn.
• Op kinderen moet er toezicht uitgeoe-
fend worden om te vrwaren dat ze
niet met het apparaat spelen.
• De operator of gebruiker is enkel voor
ongevallen of schade aan andere men-
sen of aan hun eigendom verantwoor-
delk.
• Controleer het terrein, waarop het ap-
paraat gebruikt wordt, en verwder
stenen, stokken, draden of andere
vreemde voorwerpen, die vastgegrepen
en weggeslingerd kunnen worden.
• Draag geschikte werkkled zoals vast
schoeisel met slpvre zool en een ro-
buuste, lange broek. Gebruik het appa-
raat niet als u blootsvoets stapt of open
sandalen draagt.
• Voer telkens vóór gebruik een visuele
controle van het apparaat door. Ge-
bruik het apparaat niet als bescher-
mingsinrichtingen (bvoorbeeld stootbe-
scherming of grasvangzak), onderdelen
van de snoei-inrichting of bouten
ontbreken, versleten of beschadigd zn.
Ter preventie van een onbalans mogen
beschadigde werktuigen en bouten
slechts per set uitgewisseld worden.
• Wees voorzichtig b apparaten met
meerdere snoeiwerktuigen, omdat de
beweging van een mes tot een rotatie
van de overige messen kan leiden.
• Gebruik enkel reserveonderdelen en
toebehoren, die door de fabrikant
geleverd en aanbevolen worden. Het
gebruik van vreemde onderdelen leidt