Operation Manual

69
FBK 4 B2
NL
BE
Luchtfilter onderhouden
Vervuilde luchtfilters zorgen voor een afname van het motorvermogen
door te geringe luchttoevoer naar de carburateur.
Regelmatige controle is daarom noodzakelijk. Het luchtfilter
moet om
de 25 bedrijfsuren worden gecontroleerd en zo nodig worden gereinigd.
Bij zeer stoffige lucht moet het luchtfilter vaker worden gecontroleerd.
1.) Verwijder de kap van de luchtfilterbehuizing
.
2.) Neem het luchtfilter
uit de behuizing.
3.) Reinig het luchtfilter
door het uit te kloppen of (met perslucht)
schoon te blazen.
4.) De montage vindt in omgekeerde volgorde plaats.
LET OP!
Reinig het luchtfilter nooit met benzine of brandbare oplosmiddelen.
Bougie onderhouden
1.) Trek de bougiestekker
los.
2.) Maak de bougie los met de meegeleverde bougiesleutel
6&
.
3.) De montage vindt in omgekeerde volgorde plaats.
Elektrodenafstand = 0,6 mm (afstand tussen de elektroden waartussen de
ontstekingsvonk wordt opgewekt). Controleer de bougie voor het eerst na
10 bedrijfsuren op vervuiling en reinig deze zo nodig met een koperdraad-
borstel.
Pleeg daarna om de 50 uur onderhoud aan de bougie.
Beschermkapmes slijpen
Het mes
A
(zie afb. 2a) kan mettertijd bot worden. Mocht u dit vaststellen,
maak dan de 2 bouten los waarmee het mes
A
op de snijdraad-bescherm-
kap
C
is bevestigd. Zet het mes
A
vast in een bankschroef.
Slijp het mes
A
met een slijpsteen en let erop dat u de hoek van de vouw
handhaaft.
Carburateurinstellingen
Verwijder de kap van de luchtfilterbehuizing
.
Gaskabel afstellen
Als het maximale toerental van het apparaat mettertijd niet meer wordt
bereikt en alle andere oorzaken zoals beschreven in de sectie “Problemen
oplossen” zijn uitgesloten, kan het nodig zijn de gaskabel af te stellen. Om
de gaskabel af te stellen draait u de bout
resp. de stelschroef
H1
en de
contramoer
H2
correct in (zie afb. 4).
Aandrijving smeren
Vul om de 20 bedrijfsuren een beetje aandrijfvet bij (ca. 10 g) om de
aandrijving te smeren.
Draai hiertoe de bout open (zie uitvouwpagina) om het aandrijfvet
in het aandrijfhuis te drukken.
Na het vullen van de aandrijving sluit u de smeeropening weer met de
bout
.
Opslag en transport
Berg het apparaat op een veilige plaats op.
Berg het apparaat en de accessoires veilig op, beschermd tegen open
vuur en hitte-/ontstekingsbronnen, zoals gasgeisers, wasdrogers, olie-
kachels of draagbare radiatoren, enz.
Houd de beschermkap
, de draadspoel en de motor bij opslag
altijd vrij van maairesten.
De kunststofbescherming voor het 3-tandsmes
moet bij transport en
niet-gebruik weer worden aangebracht.
Schakel het apparaat uit en maak de bougiestekker los voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Apparaat opslaan
Wanneer u het apparaat langer dan 30 dagen opslaat, moet het hierop
worden voorbereid. Anders verdampt de resterende brandstof in de carbu-
rateur met achterlating van een rubberachtig bodembezinksel. Dit kan het
starten bemoeilijken en dure reparatiewerkzaamheden tot gevolg hebben.
1.) Draai de tankdop
los om eventuele druk in de benzinetank weg
te nemen. Giet de benzinetank
voorzichtig leeg.
2.) Start de motor en laat deze draaien tot hij stopt, om de brandstof uit de
carburateur te verwijderen.
3.) Laat de motor ca. 10 minuten afkoelen.
4.) Verwijder de bougie (zie hoofdstuk “Bougie onderhouden”).
5.) Giet 1 theelepel 2-taktolie in de verbrandingskamer. Trek meerdere
keren aan het startkoord
om alle mechanische delen met olie te
smeren. Plaats de bougie terug.
OPMERKING
Berg het apparaat droog en zo ver mogelijk uit de buurt van moge-
lijke ontstekingsbronnen op.
Opnieuw in gebruik nemen
1.) Verwijder de bougie (zie hoofdstuk “Bougie onderhouden”).
2.) Trek snel aan het startkoord
om overtollige olie uit de verbrandings-
kamer te verwijderen.
3.) Reinig de bougie en let op de juiste afstand tussen de elektroden op de
bougie.
4.) Vul de benzinetank
. Zie de sectie “Brandstof en olie”.
Vervoeren
Wanneer u het apparaat wilt vervoeren, maakt u de benzinetank
leeg zoals beschreven in de sectie “Opslag”.