Operation Manual

DGB
F
NL
IEPGRTRRUSSPLCZARA
Aanwijzingen voor het gebruik van de pan / Koken met de vitavit
®
87
Kookstanden op het fornuis
1-12 standen 1-9 standen 1-6 standen 1-3 standen
Aanbraden (geopende pan) 9-12 6-9 4-6 2-3
Aan kook brengen, ontluchten 12 9 6 3
Sudderen, stoomkoken, opwar-
men, ontdooien
1-6 1-4 1-3 ½-1½
De genoemde standen zijn richtwaarden. Bij inductie kunnen afhankelijk van het vermogen lagere standen worden
gekozen.Leeshieroverookdeinformatieindehandleidingvanuwfornuis.
De geopende snelkookpan mag leeg of met vet nooit langer dan 2 minuten op het hoogste energieniveau worden
opgewarmd. Bij oververhitting kan de bodem een goudachtige verkleuring krijgen. Deze verkleuring heeft geen
nadelig effect op de werking van de pan.
Elektrisch / glas-keramiek (straling / halogeen): de kookplaat moet even groot zijn als de diameter van de bodem
van de pan, of kleiner.
Gasfornuis: zet de pan in het midden en voorkom dat de vlam onder de bodem van de pan uitslaat.
Inductie: zet de pan op het midden van de kookplaat. De afmeting van de bodem moet even groot of groter zijn dan
de afmeting van het kookveld, omdat anders de kans bestaat dat het kookveld de bodem niet verwarmt.
Speciale aanwijzing voor inductiefornuizen: om te voorkomen dat de kookpan door het hoge vermogen overver-
hit en beschadigd raakt, mag u deze nooit leeg en zonder toezicht opwarmen. Houd u aan de instructies van de
fornuisfabrikant.
Tijdens het koken kan een zoemend geluid ontstaan. Dit geluid heeft een technische oorzaak en betekent niet dat
uw fornuis of pan defect is.
Tips om energie te besparen
- Tijdens het koken op de langzame (groentevriendelijke) of snelle kookstand moet u het fornuis zo instellen dat de
kookindicator niet in het rode gebied komt en het kookventiel niet begint te ontluchten.
- Bij het koken op de stoomstand de warmtebron zo instellen dat bij de dekselbeugel respectievelijk de kookkroon
slechts een kleine stoomsluier naar buiten treedt.
- Gebruik een kookplaat / kookpit met de juiste afmeting (zie bovenstaande informatie).
- Kies een pan die past bij de hoeveelheid die gekookt moet worden
- Benut de eigenschap van de bodem om warmte vast te houden. Zet de kookplaat / kookpit al voor het einde van
de kooktijd uit om de afkoeltijd te benutten.
6. Koken met de vitavit
®
In de snelkookpan kunt u op diverse manieren koken:
koken of smoren (sudderen), stoomkoken met inzetmandje, braden en frituren (zonder deksel), maar ook ontdooien,
wecken of ontsappen. Meer informatie over de gebruiksmogelijkheden van uw snelkookpan en het gebruik van de
inzetmanden vindt u in hoofdstuk 8.
100742Fissler 04_GAL_Vitavit_edition_NL.indd 87 19.07.2010 9:40:52 Uhr