User manual
53
FUNCTIONALITEIT
Functie Omschrijving
Testknop / Pauzeknop
Testknop
Hiermee kunt u alle draadloos gekoppelde melders testen vanuit één
centrale locatie.
Pauzeknop
Deze zet alle draadloos gekoppelde rook- en hittemelders op pauze en
vermindert de gevoeligheid gedurende maximaal 10 minuten.
Locatieknop
Deze zet alle draadloos gekoppelde melders op pauze, behalve de melder
die de koolmonoxide / rook heeft gedetecteerd.
Indicator rook- / hittemelder
Deze geeft aan dat een rook- / hittemelder is geactiveerd.
Koolmonoxide-indicator.
Deze geeft aan dat een koolmonoxidemelder is geactiveerd.
Fout indicator
Deze geeft aan dat er een fout is opgetreden in de locatieschakelaar of in
een van de melders binnen het netwerk.
LOCATIEKNOP
Wanneer de melders afgaan en er een
alarmindicator knippert, maar er geen zichtbaar
gevaar is, zal een druk op de locatieknop (
) het
geluid van alle draadloos gekoppelde melders
uitzetten, behalve dat van de geactiveerde
melder die rook, hitte of koolmonoxide
heeft gedetecteerd. Na twee minuten zal het
systeem weer normaal gaan functioneren en de
melders blijven afgaan zolang er rook / hitte of
koolmonoxide aanwezig is. Om het lokaliseren
van de melder eenvoudiger te maken, kan de
locatieschakelaar worden verwijderd van de
wandhouder en meegenomen worden door het
pand. Daardoor kunt u de ‘Locatie’ of ‘Test’ knop
indrukken terwijl u van kamer naar kamer gaat.
PAUZEKNOP
Wanneer de melders afgaan en er een
rookalarmindicator knippert, maar er geen
zichtbaar gevaar is, zal een druk op de pauzeknop
(
) het geluid van alle draadloos gekoppelde
melders uitzetten en de systeemgevoeligheid
gedurende maximaal 10 minuten verminderen.
Als er overmatige rook wordt gedetecteerd zal
de pauzefunctie niet werken. De indicator zal
blijven knipperen, totdat de rook verdwijnt. Let
op: Een melder kan niet door middel van de
locatieschakelaar op pauze gezet worden als
er koolmonoxide is gedetecteerd. De ‘Locatie’
functie zal u echter in staat stellen om uit te
zoeken welke koolmonoxidemelder het alarm
heeft geactiveerd.
ALARM GEHEUGEN
Als één van de indicatoren van de melders elke
10 seconden knippert, geeft dat aan dat een
rookmelder, hittemelder of koolmonoxidemelder
op een eerder moment is geactiveerd. Door
op de locatieknop te drukken (
) gaan de
LED’s uit en geeft de geactiveerde melder een
geluidssignaal af, zodat u de oorzaak van het
probleem kunt onderzoeken. U kunt meerdere
malen op de locatieknop ( ) drukken totdat de