Operation Manual

8
6. HET BIJVULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE CV-INSTALLATIE
Gebruik het ontluchtsleuteltje.
Begin bij de laagstgelegen
radiatoren.
Gebruik een doekje om morsen
te voorkomen.
Eindig op de bovenverdieping.
Ontlucht tot er geen lucht meer
uit komt.
Sluit de vulslang aan op de
waterkraan.
Verwijder het dopje van de
cv-vulkraan.
Draai de kraan langzaam open
en vul de slang met water.
Sluit de kraan als de slang vol is.
Sluit de volle slang aan op de cv-
vulkraan.
Open de cv-vulkraan.
Sluit de cv-vulkraan.
Vul tot de manometer
1,6 bar aangeeft.
(bij koude cv-installatie)
Koppel de slang los van de
kranen.
Bevestig het dopje weer op de
cv-vulkraan.
Steek de stekker weer in
het stopcontact
Zet het toestel uit
en neem de stekker
uit het stopcontact
Het ontluchten van de cv-installatie
Het vullen van de cv-installatie
Let op!
Gebruik uitsluitend schoon leidingwater
en geen gedemineraliseerd water.
Het is niet toegestaan chemische
middelen aan het water toe te voegen.
Bij het toevoegen hiervan vervalt de
garantie op het toestel.
Draai alle radiatorkranen open.
Bij thermostatische kranen:
zet deze in de maximale stand.
Vulprocedure
Er kan een vulprocedure bij de
vulkraan hangen: volg deze instructie.
Als er geen instructie aanwezig is,
volg dan de instructie hiernaast.
Draai de waterkraan langzaam
open.
Sluit de waterkraan als
de druk 1,6 bar is.
Figuur 6.1. Vul- en ontlucht-instructie
Wanneer dient er bijgevuld te
worden?
Als het gele signaallampje
snel knippert.
Als de druk tot (onder) 1 bar is
gezakt.
Wanneer dient er ontlucht te
worden?
Als de installatie of een radiator
een borrelend geluid maakt.
Als een radiator niet meer goed
warm wordt.
Na installatie van een nieuw
toestel dient het systeem enkele
weken achtereen iedere week
ontlucht te worden.
Eventueel na het bijvullen van de
cv-installatie.