Aspect-L C 40011161-1127 NL Installatievoorschrift NL
L 1.1 1.2 A 1<<<< 1.3 1.4 1.5 1.
L 2.1 2<<<< 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.
L 3.1 3.2 3.
L 1 Inleiding De haard mag alleen door een gekwalificeerde installateur/dealer worden geïnstalleerd. We adviseren dringend deze installatievoorschriften goed te lezen. Dit toestel voldoet aan de richtlijnen voor Europese gastoestellen (GAD) en draagt de CE markering. 2 Veiligheidsaanwijzingen. Het toestel moet geïnstalleerd en jaarlijks gecontroleerd worden volgens dit installatievoorschrift en de geldende nationale en lokale voorschriften.
L van de materiaal niet op de haard komt te rusten. Direct op het toestel mag je nooit met een inkortbaar concentrisch afvoermateriaal beginnen 3.4 Uitmondingen De gecombineerde aan- en afvoer kan zowel door de gevel als door het dak uitmonden. Controleer of de door u gewenste uitmonding voldoet aan de lokale voorschriften aangaande hinder en ventilatieopeningen. Voor de goede werking dient de uitmonding ten minste 0,5m verwijderd te zijn van: Hoeken van het gebouw. Dakoversteken en balkons.
L 5 Gebruik altijd een latei of boezemijzer als de boezem wordt gemetseld. Deze mogen niet direct op de haard worden geplaatst. De boezemconstructie mag niet rusten op het inbouwframe B (zie fig. 1.1) van de haard glas uitnemen Verwijder de afdekstrippen aan de zijkant. (zie fig. 2.1) Verwijder de afdekstrip aan de onderkant. (zie fig. 2.2) Plaats de zuignappen op het glas. Haal het afdichtkoord uit de sponning. (zie fig.2.3) Verwijder de sponningstrippen aan de zijkanten. (zie fig. 2.
L controleer deze op gaslekkage. 7.4 Controle vlammenbeeld Laat de haard minimaal 20 minuten op volstand branden en controleer dan het vlammenbeeld op: 1. Vlamverdeling 2. Kleur van de vlammen Als één of beide punten niet acceptabel zijn controleer dan: De houtset opstelling en/of de hoeveelheid chips of pebbels op de brander. De verbindingen van het pijpmateriaal op lekkage. (ingeval van blauwe vlammen). Of de juiste stuw gemonteerd is. De uitmonding .
L 11.1 11 Afvoer berekening De mogelijkheden van afvoerlengtes en de eventuele stuw zijn vastgelegd in een stuwentabel (zie hoofdstuk 12) In deze tabel wordt gewerkt met een verticale en een horizontale lengte. Verticale lengte bepalen Voor de bepaling van de verticale lengte moeten alle lengtes van de afvoerbuizen in de verticale richting opgeteld worden.
L 11.
L De gevonden waarde geeft de breedte van de te plaatsen stuw aan ("0" betekent geen stuw plaatsen). Standaard is een stuw van 30mm gemonteerd. (zie fig. 2.7) 12 Stuwentabel Zie in de tabel bij de juiste verticale en horizontale lengte. Bij een “x” en als de waarden buiten de tabel vallen, is de combinatie niet toegestaan. 12.
L 13 Technische gegevens Gascat. II2L3B/P II2L3B/P II2L3B/P II2e+3+ II2e+3+ II2e+3+ Toesteltype C11 C31 C11 C31 C11 C31 C11 C31 C11 C31 C11 C31 G25 G30 G31 G20 G30 G31 10.1 10 8.8 10 8.8 9.7 Rendementsklasse 2 2 2 2 2 2 NOx-klasse 5 5 5 5 5 5 mbar 25 30 30 20 50 37 l/h 1240 310 359 1050 310 397 gr/h - 780 670 - 780 750 mbar 14 23.5 24.2 9.5 23.
L 14 Maattekening 12 < < < <
L 13 < < < <
L 14 < < < <
www.faber.nl - info@faber.nl Saturnus 8 NL - 8448 CC Heerenveen Postbus 219 NL - 8440 AE Heerenveen T. +31(0)513 656500 F.