User Manual

Apparaatgegevens
2.8 Minimale afstand en ontvlambaarheid
van bouwmaterialen
2.9 Product beschrijving
De basiscomponenten van de ketel zijn:
Afhankelijk van de geldende voorschriften kunnen andere
minimumafstanden worden gehanteerd dan hieronder vermeld.
Volg de voorschriften voor elektrische installaties en de
minimumafstanden die in de betrokken landen van kracht
zijn.
De minimale afstand voor sterk ontvlambare en zelfblussende
materialen is 200 mm.
Ontvlambaarheid van component elementen
A
niet ontvlambaar
A
1:
niet ontvlambaar
Asbest, steen, keramische
wandtegels, gebakken klei, mortel,
(zonder organische additieven).
A
2:
met een kleine
hoeveelheid
ontvlambare extra
elementen
(organische
componenten)
Panelen gemaakt van gipsplaat,
panelen gemaakt van basac vilt,
glasvezels, panelen gemaakt van
acumin, isomin; rojoit, lognos
,velox en heraclit.
B
Ontvlambaar
B
1:
nauwelijks
ontvlambaar
Beuken, eiken, gefineerd hout, vilt,
panelen gemaakt van hobrex.
B
2:
normaal
ontvlambaar
Grenen, lariks en vuren, gefineerd
hout.
B
3:
ontvlambaar
Asfalt, karton, cellulose materialen,
water dichtings tape, panelen van
spaanplaat, kurk, polyurethaan,
polystyreen, polyethyleen,
vloervezelige materialen.
Tabel 2: ontvlambaarheid van component elementen volgens
DIN 4102
Container van de ketel met bijbehorende componenten
Frame van het apparaat en de behuizing van de boiler
Besturingseenheid
Pomp
Expansievat (afhankelijk van de capaciteit)
Processor plaat en elektronica van de boiler
Waterdruksensor
Veiligheidsklep
De ketel kan worden geïnstalleerd als een integraal onderdeel
van het centrale verwarmingssysteem, vloerverwarming, en
hybride of accumulatie systemen.
De ketel bestaat uit een gelaste behuizing gemaakt van
staalplaat met thermische isolatie. De boiler is aan de muur
bevestigd met behulp van een frame en de geleverde
installatiekit. Ingebouwde thermische isolatie in de behuizing van
de ketel vermindert warmteverlies. Tegelijkertijd beschermt de
isolatie ook tegen geluid.
De veiligheidselementen (ventiel voor het ontladen van de lucht,
zekering van het bedieningsoppervlak, veiligheidstemperatuur
begrenzer) bevinden zich aan de bovenkant van de ketel.
Afhankelijk van het type ketel worden elektrische
verwarmingselementen van verschillende vermogens gebruikt.
Het vermogen van de ketel kan nauwkeurig worden afgesteld.
De instelling van de verschillende niveaus van het vermogen van
de ketel wordt gedaan met behulp van de knoppen op het
dashboard. Het aantal vermogenniveaus wordt in de tabel
vermeld (hoofdstuk 2.13.2).