Operation Manual

~ 7 ~
Algemeen
© 2012 VAN OS MEDICAL B.V., Koperslagerij 9, 4651 SK, Steenbergen, The Netherlands
Tel. +31-(0)167-573020, Fax +31-(0)167-573381, E-mail: info@vanosmedical.nl, www.vanosmedical.nl
Naar achteren reiken / buigen
1. Zorg ervoor dat uw rolstoel achteruit zo dicht mogelijk bij het object staat dat u wilt bereiken. U kunt gebruik
maken van uw achterwielen, u kunt deze bijvoorbeeld tegen de kast plaatsen als het object dat u wilt
bereiken op een kast staat;
2. Let op dat u de remmen niet vast zet. Als uw gewicht per ongeluk verschuift terwijl u reikt, is het beter om in
die richting te rijden dan te kantelen;
3. Leun nu voorzichtig richting het object dat u wilt bereiken. Leun niet te ver achterover, dit kan kantelen
veroorzaken (figuur 8);
4.2 Het nemen van stoepen en ongelijke oppervlaktes
Opgaan van de stoep
Indien u een stoep opgaat, dient u dit samen met een begeleider te doen. Uw begeleider kan u op twee
verschillende manieren helpen om de stoep op te gaan. Wij willen u echter voorstellen om de eerste manier toe te
passen:
- De begeleider dient de rolstoel voorwaarts voor de stoep te plaatsen. Vervolgens dient de begeleider de
duwhandvatten naar zich toe te trekken en tegelijkertijd de voet te plaatsen op de zogenoemde stepper. De
stepper vindt u aan de achterzijde van de rolstoel. Wanneer de begeleider beide handelingen tegelijk uitvoert
ontstaat het hefboomeffect waardoor de rolstoel gekanteld wordt (zie figuur 9).
- De begeleider staat al op de stoep en zorgt ervoor dat de rolstoel met de achterwielen tegen de stoep
aanstaat. Vervolgens dient de gebruiker achterover te leunen, waardoor de rolstoel kantelt en de begeleider
de rolstoel achterwaarts de stoel op kan trekken. De begeleider dient ervoor te zorgen dat de zwenkwielen
zich boven de stoep bevinden voordat deze de rolstoel kan laten zakken.
Waarschuwing:
Rij niet tegen stoepranden op.
Indien u zelfstandig, zonder begeleider, de stoep op wenst te gaan, dient u uw gewicht zover mogelijk naar voren
te brengen door voorover te buigen. Vervolgens dient u een zogenaamde ‘wheely’ te maken om de stoep op te
gaan. Bij een ‘wheely’ worden de voorwielen van u rolstoel naar boven gelift, (zie figuur 2, onder het hoofdstuk
‘Waarschuwingen voor veilig gebruik’). U kunt dit pas toepassen indien u dit met een deskundige heeft geoefend.
Afgaan van de stoep
Indien u de stoep af wilt gaan, dient u dit samen met een begeleider te doen. De begeleider dient de rolstoel
voorwaarts naar de stoeprand toe te rijden. Vervolgens dient de gebruiker achterover te leunen waardoor de
begeleider de rolstoel kan kantelen tot deze in balans is. Wanneer de rolstoel in balans is kan de begeleider de
rolstoel langzaam de stoep laten afrijden. Wanneer de rolstoel van de stoep af is kan de begeleider de rolstoel
laten zakken tot de zwenkwielen weer op de grond staan.
Indien u zelfstandig de stoep af wilt gaan, dient u dit achterwaarts te doen, niet voorwaarts (figuur 10). U kunt dit
echter pas toepassen indien u dit met een deskundige heeft geoefend.
9
10
8