User manual

Voorbeeld:
Wanneer u in het eerste "Deel" ene temperatuur van 20 ° tot 22 °
en een aftastrate van een minuut instelt, wordt de gemeten tempe-
ratuurwaarde onafhankelijk van het ingestelde temperatuurbereik
van 20 ° tot 22 ° elke minuut met de op dit moment gemeten waar-
de in een tabel opgeslagen. Dit gebeurt in dit ritme tot de meet-
waarde-opname werd gestopt. De ingestelde temperatuurwaarden
(hier: 20 ° tot 22 °) hebben in dit geval slechts statistische waarde.
A ls er slechts een "Deel" als "Temp" is aangemaakt, zal
ook bij het onder- en overschrijden van het temperatuur-
bereik (hier: 20 ° tot 22 °) het ingestelde aftastrate niet
veranderen en bv. (hier: een minuut) op een minuut blijven.
Maak nu een tweede deel aan, bv. met een temperatuurbereik van
22 ° tot 30 ° en een aftastrate van tien seconden. Als de gemeten
temperatuur nu boven de 22 ° stijgt (en zo in het in het tweede deel
ingestelde temperatuurbereik van 22,1 ° tot 30,0 °), wordt elke tien
seconden een meetwaarde opgeslagen. Zo hebt u zes meetwaarde
in een minuut. Een temperatuurstijging van bv. 22 ° tot 23 ° kan dan
bv. als volgt in de analyse van de meetwaarde-opname verschijnen:
10 seconden na de grenswaardeoverschrijding (hier: meer dan
22 °C) = 22,2 °; 20 seconden daarna = 22,3 °; 30 seconden daarna =
22,5 °; 40 seconden daarna = 22,7 °; 50 seconden daarna = 22,9 °;
na een minuut (60 seconden) = 23,0 °. U hebt zo binnen een minuut
zes meetwaarden voor een temperatuurstijging van een graad.
Als u een set-up hebt aangemaakt, kunt u onder "Arbeidsbereik"
de periode van de meting bepalen. Ofwel voert u een tijdsperiode
door ofwel kiest u (rechtsonder) "Permanent". Bevestig ook deze
invoer met "gereed".
De functie met meerdere "Delen" is bv. nuttig om een
schakelpunt van een verwarming zo nauwkeurig mo-
gelijk te kunnen instellen. Hierbij wordt de bijkomende
intervalinstelling met een kortere aftastrate ingesteld om
de temperatuurstijging tot het geplande uitschakelpunt
zo gedetailleerd mogelijk te kunnen laten weergeven.
100