Operation Manual
21 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
De spanning tussen de fasen en de nul is
230 V ac. Tussen de fasen staat een spanning
van 400 V. Wanneer er geen spanning van
400 V tussen de fasen aanwezig is, is er
sprake van twee draden die van dezelfde fase
zijn af getakt in de meterkast en moet de
kookplaat worden aangesloten met 2
nuldraden, zoals hiervoor genoemd bij 2 fasen
met 2 nullen.
Breng een verbindingsbrug aan tussen de
aansluitpunten 1-2. Uw groepen moeten
afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De
aansluitkabel moet een aderdoorsnede
hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
Bijzondere aansluitingen
1 fase aansluiting (1 1N a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fase en de nul is 230 V
a.c. Breng verbindingsbruggen aan tussen de
aansluitpunten 1-2 en 3-4. Uw groep moet
afgezekerd zijn met minimaal 32 A. De
aansluitkabel moet een aderdoorsnede
hebben van minimaal 6 mm
2
.
3 fasen aansluiting (3 a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen is 230 V a.c.
Breng een verbindingsbrug aan tussen de
aansluitpunten 1-2. Uw groepen moeten
afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De
aansluitkabel moet een aderdoorsnede
hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
Met de op het aansluitblok aanwezige
bruggen kunt u de vereiste doorverbindingen
maken zoals in voorgaande illustraties staat
aangegeven.
Veiligheidsvoorschriften
Voor een goede werking van het toestel is het
volgende van belang:
■ Dat er voldoende ventilatie aanwezig is
voor het koelen van de kookplaat, een en
ander volgens de in dit hoofdstuk
gespecificeerde mogelijkheden.
■ De ventilatielucht die de kookplaat aanzuigt
mag niet warmer zijn dan 35 °C. Houd hier
rekening mee als u een oven onder de
kookplaat inbouwt.
■ Dat de aansluitkabel vrij hangt en niet door
een lade aangestoten wordt.
■ Het aanrechtblad moet minimaal 2,8 cm en
mag maximaal 5 cm dik zijn.
■ Dat het aanrechtblad vlak is.
inductiegeneratoren rechts
inductiegeneratoren
links
4 3 2 1
inductiegeneratoren rechts
inductiegeneratoren
links
4 3 2 1
700002349000_A360KZT_v1.qxd 12-02-2008 09:38 Pagina 21