User manual

aza5dp08
-- 7 7 --
dha2d1ha
6 ONDERHOUD
1. Bedieningsbox PEG 1, zie gebruiksaanwijzing 443 392.
2. Ombouw van booglassen onder poederdek naar MIG/MAG--lassen zie
ombouwset 413 526--880.
3. Dagelijks
S Zorg ervoor dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van
laspoeder en stof.
S Controleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten
zijn.
S Controleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en
de aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
4. Periodiek
S Controleer de draadbesturing, de aandrijfrollen en het contactmondstuk van
de draadaanvoereenheid. Vervang versleten of beschadigde komponenten
(zie slijtageonder delen op blz. 123).
S Controleer de schuiven, smeer indien ze klemmen.
S Smeer de ketting.
5. Ketting van de wagen van de vooras naar de achteras aanspannen
S Demonteer de wielen en de onderlegringen van de wagen. Maak de
schroeven van de Y--flenslagers los.
S Span de ketting door de achteras van de wagen parallel te verplaatsen in
verhouding tot de vooras.
S Het monteren gebeurt in omgekeerde volgorde.
6. Ketting van de wagen van de vooras naar de aandrijfmotor met transmissie
aanspannen.
S Span de ketting aan door de aandrijfmotor met transmissie te verplaatsen.
7. Controleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadaanvoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de aanvoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
S Remkoppel bijstellen:
S Z et de vergrendelknop (006)
in de vergrendelstand.
S Duw een schroevedraaier
in de veren van de naaf.
Het met de klok meedraaien
van de veer (002) levert een lager
remkoppel op.
OBS! Draai evenveel aan alle veren.
NL