Operation Manual

59
De menutoets dient herhaaldelijk kort te worden inge-•
drukt, tot op het display het koffersymbool (
) ver-
schijnt.
Stel met het instelwiel in tot welke tijd de temperatuur •
moet worden aangehouden.
Bevestig met de OK-toets.•
Daarna dient met het instelwiel de datum te worden •
ingesteld.
Bevestig met de OK-toets.•
Stel met het instelwiel de temperatuur in en bevestig met •
OK. Het display knippert ter bevestiging.
De ingestelde temperatuur wordt aangehouden tot het
ingestelde tijdstip. Daarna keert de stelaandrijving weer
naar de automatische modus terug.
7. Comfort- en verlaagde temperatuur
De toets ‘comfort-/verlaagde temperatuur’ (
) d ie nt
voor de comfortabele en eenvoudige omschakeling tus-
sen deze beide temperaturen. Standaard zijn 21,0 °C
resp. 17,0 °C ingesteld. Deze waarden kunnen als volgt
worden aangepast:
Hou de toets ‘comfort-/verlaagde temperatuur’ ( •
) l a n -
gere tijd ingedrukt (langer dan 3 seconden)
Op het display verschijnen het zonnesymbool en de huidige •
comforttemperatuur.
Verander de temperatuur met behulp van het instelwiel •
en bevestig met OK.
Nu verschijnen het maansymbool ( •
) en de verlaagde
temperatuur.
Verander de temperatuur met behulp van het instelwiel •
en bevestig met OK.