Operation Manual

11. Controleer de status van het apparaat dat u hebt ingesteld.
Voor apparaten waarvoor
of wordt weergegeven, controleert u de inhoud van het
instellingenbestand, en of het apparaat normaal opnieuw is opgestart.
Pictogram Status Processtatus Uitleg
Instellingen
voltooid
Installatie
geslaagd
De instelling is normaal voltooid.
Instellingen
voltooid
Bezig met
opnieuw starten
Wanneer gegevens is overgedragen, moet elk apparaat
opnieuw worden opgestart om de instellingen te activeren. Er
wordt een controle uitgevoerd om te bepalen er na het
opnieuw opstarten verbinding kan worden gemaakt met het
apparaat.
Instellingen
voltooid
Opnieuw starten
mislukt
Kan het apparaat niet controleren na het overdragen van de
instellingen. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en of
het normaal opnieuw is opgestart.
Instellingen
voltooid
Bezig met zoeken Zoeken naar het apparaat dat in het instellingenbestand is
aangegeven.
*
Instellingen
voltooid
Zoeken mislukt Kan geen apparaten controleren die al zijn ingesteld.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld en of het normaal
opnieuw is opgestart.
*
* Alleen wanneer instellingsinformatie wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& “EpsonNet Cong starten — Windows” op pagina 77
& “EpsonNet Cong starten — Mac OS” op pagina 77
Aan elk apparaat een IP-adres toewijzen
Wijs een IP-adres toe aan de printer met EpsonNet Config.
1. Schakel de printer uit.
2.
Verbind de printer met het netwerk met een Ethernet-kabel.
3. Start EpsonNet Config.
Er wordt een lijst met de printers in het netwerk weergegeven. Het kan even duren voordat deze worden
weergegeven.
4. Dubbelklik op de printer waaraan u wilt toewijzen.
Opmerking:
Als u meerdere printers van hetzelfde model hebt verbonden, kunt u de printer identiceren aan de hand van het MAC-
adres.
5. Selecteer Netwerk > TCP/IP > Standaard.
Beheerdershandleiding
Bijlage
80