Operation Manual
Extra stuurprogramma's installeren (alleen Windows)
Als de Windows-versie van een server en de clients verschillend zijn, wordt aanbevolen extra stuurprogramma's op
de afdrukserver te installeren.
1. Selecteer op de afdrukserver Conguratiescherm > Apparaten en printers weergegeven.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u met de clients wilt delen en klik
vervolgens op Eigenschappen van printer > tabblad Delen.
3. Klik op Extra stuurprogramma's.
Klik voor Windows Server 2012 op Change Sharing Options en congureer de instellingen.
4. Selecteer de versies van Windows voor clients en klik vervolgens op OK.
5.
Selecteer het informatiebestand voor het printerstuurprogramma (*.inf) en installeer vervolgens het
stuurprogramma.
Gerelateerde informatie
&
“De gedeelde printer gebruiken – Windows” op pagina 34
De gedeelde printer gebruiken – Windows
De beheerder moet de clients op de hoogte brengen van de computernaam van de afdrukserver en hoe ze deze
kunnen toevoegen aan hun computer. Als er nog geen extra driver(s) is (zijn) gecongureerd, laat de clients dan
weten hoe ze de gedeelde printer kunnen toevoegen met Apparaten en printers.
Volg deze stappen als er al extra stuurprogramma's zijn gecongureerd op de afdrukserver:
1. Selecteer in Windows Verkenner de naam die aan de afdrukserver is toegewezen.
2. Dubbelklik op de printer die u wilt gebruiken.
Gerelateerde informatie
&
“De printer delen (alleen Windows)” op pagina 33
& “Extra stuurprogramma's installeren (alleen Windows)” op pagina 34
Instellingen voor het printerstuurprogramma voor peer-to-peer-
verbinding
Voor een peer-to-peer-verbinding (rechtstreeks afdrukken) moet het printerstuurprogramma op elke
clientcomputer worden geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
& “Het printerstuurprogramma instellen” op pagina 35
Beheerdershandleiding
Functie-instellingen
34










