Operation Manual
De instellingen controleren voor het IP-adres
Controleer de instellingen voor het IP-adres.
1. Selecteer Instel. in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
Opmerking:
Als het scherm is uitgeschakeld, drukt u op een willekeurige knop op het bedieningspaneel.
2. Selecteer Netwerkstatus.
3. Selecteer Bekabeld LAN/Wi-Fi-status.
4. Bevestig elke instelling door op de knop
d
te drukken.
5. Als u gereed bent met bevestigen, drukt u meerdere keren op de knop
om terug te keren naar het
startscherm.
Verbinding maken met Ethernet
Verbind de printer met het netwerk met de Ethernet-kabel en controleer de verbinding.
1. Sluit de printer en hub (L2-switch) aan met een Ethernet-kabel.
2. Selecteer Instel. in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
Opmerking:
Als het scherm is uitgeschakeld, drukt u op een willekeurige knop op het bedieningspaneel.
Beheerdershandleiding
Verbinding
22










